“Trauma’s behandelen met Exposure of EMDR bij mensen met psychosen leidt tot toename van symptomen, veel stress, uitval, crises en andere narigheid. En als je Exposure of EMDR dan toepast bij deze doelgroep, dan moet je eerst heel goed stabiliseren. Echt! Ja? Zeker weten?”
Uit verschillende studies blijkt dat behandelaren en onderzoekers psychose als belangrijkste exclusiecriterium zien voor het gebruik van traumagerichte behandelingen, zoals prolonged exposure (PE) en eye movement desensitization and reprocessing (EMDR). Als gevolg daarvan worden mensen die zowel last hebben van psychosen als van posttraumatische stress stoornis (PTSS; 1 op de 6 mensen met psychose) niet behandeld. Aangezien mensen met de combinatie van psychose en PTSS vaak ernstigere klachten hebben en slechter functioneren, zijn velen ‘stabiel instabiel’. Daarbij is het zo dat mensen die vroeger getraumatiseerd zijn, een grotere kans hebben om later opnieuw een trauma mee te maken (revictimisatie). De ernst van PTSS klachten blijkt daarin een belangrijke rol te spelen. Wat nog niet onderzocht is, is of het behandelen van PTSS de kans op revictimisatie dan vermindert.
De onderzoekers van de Treating Trauma In Psychosis studie onderzochten vrij grondig of het nu echt waar is dat traumabehandeling bij psychose zo gevaarlijk is, en ze keken naar de effecten van traumabehandeling op revictimisatie. De 108 deelnemers met psychose en PTSS die PE of EMDR ondergingen werden vergeleken met de 47 deelnemers die geen traumabehandeling kregen. De deelnemers aan deze studie hadden zeer ernstige trauma’s en veel klachten (zoals ernstige PTSS, depressie, suïcidaliteit, achterdocht, stemmen horen, middelen misbruik en afhankelijkheid, etc). De resultaten van deze studie verbaasden zelfs de onderzoekers zelf.
De PTSS behandelingen PE en EMDR bleken totaal veilig en vrij van negatieve bijwerkingen. Het behandelen van trauma’s leidde niet tot verergering van klachten of andere narigheid. Sterker nog, de onderzoekers vonden een duidelijk omgekeerd patroon. De niet-behandelde deelnemers bleken twee keer zo vaak een toename van klachten te ervaren aan het eind van de behandeling. Sommige behandelaren benadrukken echter dat de verergering van klachten door traumabehandeling vooral in het begin van de therapie optreedt, omdat dit spannende sessies kunnen zijn. Ook dit werd onderzocht. Toename van PTSS klachten in het begin van de behandelingen was echter zeer zeldzaam. Ook stemmen horen, dissociatie klachten en suïcide gedachten namen niet toe in deze fase. Achterdocht nam gemiddeld genomen zelfs al af in de eerste twee sessies. Daarbij bleek uitval uit de behandeling ook niet samen te hangen met eventuele toename in klachten, wederom een mythe ontzenuwd die bij veel behandelaren leeft. Daarnaast maakten de niet-behandelde deelnemers tijdens de studieperiode twee keer zo veel nare incidenten mee, daaronder vielen zelfbeschadiging, suïcidepoging, agressief gedrag, problematisch middelengebruik, crisis contacten of psychiatrische opname. De laatste uitkomst van deze studie was dat de behandelde groep veel minder vaak opnieuw getraumatiseerd werd en dat deze afname inderdaad gerelateerd bleek te zijn aan de hoeveelheid afname van PTSS symptomen.
De conclusie is helder. Traumagerichte behandelingen kunnen zonder zorgen uitgevoerd worden bij mensen met psychosen, zelfs als ze ernstige klachten hebben. Uit een eerdere studie bleek dat wat meer angstgevoelige therapeuten meer geneigd zijn om mensen te excluderen van effectieve traumabehandelingen (Meyer et al., Behav Res Ther. 2014; 54: 49-53). Maar deze studie lijkt er op te wijzen dat zachte heelmeesters misschien ook hier wel stinkende wonden maken.
Zie voor meer informatie over trauma en psychose onze aparte website www.traumaenpsychose.nl