Carlos Croes heeft onderzoek gedaan naar de toepassing van EMDR op flashforwards (imagery) in psychose. Zijn onderzoeksvraag was in hoeverre de maten van overtuiging, preoccupatie en last van stemmen en wanen verminderen doormiddel van behandeling met EMDR. Ook onderzocht hij of de werkgeheugenhypothese bevestigd kon worden bij patiënten met een psychotische stoornis.

De werkgeheugenhypothese stelt dat het uitvoeren van een taak, tegelijkertijd met het ophalen van een nare emotionele herinnering (duale werkgeheugenbelasting), zorgt voor het minder beladen maken van die herinnering. Dit zou niet alleen gelden voor herinneringen die emotioneel beladen zijn, maar ook voor toekomstige gevreesde emotioneel beladen beelden. Een paar voorbeelden van flashforwards bij wanen en hallucinaties zijn bijvoorbeeld aangevallen worden, in stukken gehakt worden met een bijl, en als een dolgedraaide gek opgenomen worden op een psychiatrische kliniek. Het toepassen van EMDR op deze (toekomstige) beelden beoogt dat ze minder gevreesd worden. Er werden 16 patienten, die een psychotische stoornis hadden en last hadden van auditieve hallucinaties en wanen, behandeld met EMDR. Zij kregen gemiddeld 11 sessies EMDR en de behandeling werd uitgevoerd in 4 verschilldende instellingen door therapeuten ervaren in CGT en EMDR. Bij hen werd een voor en nameting uitgevoerd.

Carlos onderzocht verder of het maken van oogbewegingen (werkgeheugenbelasting) meer effect heeft op flashforwards dan het alleen ophalen van flashforwards (recall only). En hij bekeek daarbij of hogere impact van oogbewegingen op imagery ook betekent dat de last van stemmen en wanen meer afneemt. Hij verdeelde de groep patiënten in twee groepen. Een groep kreeg eerst oogbewegingen, de andere groep recall only. Deze condities werden afgewisseld.

Afbeelding4

De resultaten van EMDR op flashforwards bij stemmen en wanen waren veelbelovend. Psychose, angst, depressie en vermijdingsgedrag verminderden en het cognitief inzicht werd groter. Ook vond Carlos Croes ondersteuning voor de werkgeheugenhypothese. Oogbewegingen hadden meer impact op imagery bij psychose dan recall only. Echter, een hogere impact door oogbewegingen op imagery bij psychose hing niet samen met minder psychose-last.