Vrijdag 31 maart 2017 promoveerde Tamar Kraan aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op onderzoek naar de rol van omgevingsfactoren bij mensen met een verhoogd risico op psychose. Tamar verdedigde haar proefschrift voortreffelijk en daarmee behaalde zij haar welverdiende doctorstitel.
Haar proefschrift kunt u hier lezen…
De zogenaamde lekenlezing kunt hier bekijken…
Onderzoek naar de ontwikkelingsstadia van schizofrenie laat zien dat transitie naar psychose vaak voorafgegaan wordt door een periode waarin subklinische psychotische klachten, ook wel UHR klachten genoemd, al aanwezig waren. Verschillende omgevingsfactoren, zoals psychotrauma in de kindertijd en cannabisgebruik, hangen samen met psychotische stoornissen. Daarnaast zien we een verband tussen psychotrauma in de kindertijd en verminderd sociaal functioneren. Ook gaat de zorg voor mensen die psychotrauma hebben meegemaakt in de kindertijd gepaard met hogere kosten. Tamar onderzocht hoe deze factoren een rol spelen in de UHR-fase.
Tamar onderzocht de prevalentie van psychotrauma in de kindertijd bij UHR-patiënten door middel van een review en meta-analyse. Ze vond dat 87% van deze patiënten ten minste één traumatische ervaring hadden meegemaakt voor het 17e levensjaar. Dit percentage is vergelijkbaar met bevindingen bij patiënten met schizofrenie (85%), en hoger dan in de algemene bevolking (43-60%). Het meemaken van psychotrauma in de kindertijd bleek een risicofactor voor het ontwikkelen van verschillende klinische problemen. Psychotrauma in de kindertijd vergroot de kans op psychose, depressie, en angst, leidt tot beperkingen in het sociaal functioneren, en leidt tot hogere gezondheidszorgkosten in de volwassenheid in de UHR-populatie.
Een andere risicofactor voor psychotische stoornissen is cannabisgebruik. Een meta-analyse van Tamar liet zien dat wanneer er sprake was van cannabismisbruik of -afhankelijkheid het risico op transitie van UHR naar psychose significant vergroot was.
UHR-patiënten die tijdens onderzoek een transitie naar psychose hadden doorgemaakt, functioneerden significant slechter bij follow-up dan de deelnemers die geen transitie hadden doorgemaakt. Bij mensen met UHR-klachten blijkt het aanbieden van cognitieve gedragstherapie in de UHR-fase (CGT-UHR) effectief voor het verlagen van het risico om een transitie door te maken, zelfs na 4 jaar.
Psychische klachten ontwikkelen zich niet in een vacuüm. Het onderzoek van Dr. Tamar Kraan naar de rol van omgevingsfactoren in het ontwikkelen van psychische klachten en sociaal functioneren helpt de werkzame mechanismes te ontrafelen. Vroege en gerichte interventie bij psychische klachten kan veel menselijk leed voorkomen.
Meer informatie over trainingen in de CGT-UHR-behandeling kunt u hier vinden…