Evolutionair gezien is het belangrijk om soms een beetje op je hoede te zijn. Het inschatten van potentiële dreiging vanuit andere mensen kan voorkomen dat ze misbruik van je maken, je buitensluiten of je zelfs kwaad willen doen. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) achterdochtiger zijn. Ook discriminatie en het gevoel er niet bij te horen zorgen ervoor dat iemand meer achterdocht kan ervaren. Hoe schatten achterdochtige mensen de intenties van anderen in bij een spel waarin geld verdeeld mag worden?
Het inschatten van andermans intenties (van goed tot kwaadwillend) is dus erg belangrijk, en in een bepaalde mate ervaren we allemaal achterdocht. Bij psychose is achterdocht de meest voorkomende klacht. Hierbij ervaart iemand in een overmatige vorm achterdocht, dusdanig dat er erg onder geleden wordt. De onderzoekers wilden weten of status (SES) of het gevoel tot eenzelfde, dan wel andere groep te behoren, verklaren hoe achterdochtig je denkt.
Eerst mochten alle deelnemers een vragenlijst over achterdocht invullen, en een vragenlijst over hoe ze zelf hun eigen SES zagen en waar ze zichzelf zouden inschatten qua politieke voorkeur (0= liberaal, 100= conservatief, aan te geven of een geleidende schaal). 2030 participanten deden mee aan deze meting. Na minimaal 10 dagen werden ze opgeroepen voor het experiment. Bij het eerste experiment moesten deelnemers geld verdelen tussen zichzelf en iemand anders, waarbij ze te horen kregen dat de ontvanger een lagere, gelijke of hogere SES had (N=1242). Het tweede experiment verliep ongeveer hetzelfde, alleen kregen deelnemers te horen dat de ontvangen van het geld dezelfde politieke voorkeur had of dat dit verschilde (in-group of out-group; N=1308).
De dictators mochten $0.50 verdelen tussen zichzelf en de ander; of ze hielden al het geld, of het geld werd gelijk verdeeld. De ontvangers konden vervolgens aangeven of ze dachten dat de dictator handelde vanuit het motief om geld te krijgen (self interest) of om de ander een bonus te ontzien (harmful intent).
Deelnemers die tegenover een dictator uit een hogere SES of met een andere politieke voorkeur zaten, schatten de beslissing van de dictator sneller als kwaadwillend in. Dit was niet zo als ze tegenover een dictator met dezelfde of lagere SES speelden, of tegen iemand die tot dezelfde groep behoort. Als mensen van zichzelf al achterdochtig waren schatten ze de beslissing van de ander sneller als kwaadwillend in; echter nam de achterdocht evenveel toe bij deelnemers die zichzelf van tevoren als niet zo achterdochtig hadden aangegeven. Dit lijkt er dus op te wijzen dat achterdochtige mensen sneller geneigd zijn de intenties van anderen als kwaadwillend te beoordelen, maar dat achterdocht niet leidt tot een grotere toename van achterdocht in reactie op de onderzochte variabelen. Ook laat dit experiment zien dat mensen die van zichzelf niet erg achterdochtig zijn, onder de juiste context ook achterdochtig kunnen worden.
In de echte wereld spelen natuurlijk allerlei andere factoren een rol bij het inschatten van andermans intenties. Interessant aan dit onderzoek is dat alle deelnemers eenzelfde toename in negatieve intenties lieten zien, wat er niet op lijkt te wijzen dat de interpretatieprocessen heel anders zijn bij achterdochtige mensen.
Artikel