De CGT techniek ‘imaginaire rescripting’ (IR) is effectief om nachtmerries te verminderen bij mensen zonder psychose. Maar hoe zit het met nachtmerries bij psychose, zijn die ook met IR te behandelen en vermindert dit ook de paranoia?
Nachtmerries worden als zeer vervelend ervaren. Uit onderzoek blijkt dat onder mensen met een psychose 9 tot 55% last heeft van nachtmerries. In de algemene bevolking rapporteert slechts 2-8% dit. Nachtmerries lijken een directe en indirecte invloed op paranoia te hebben. Zo kan de nachtmerrie gaan over paranoïde angsten die dan zo echt lijken, dat het heftige vrees of andere emoties oproept (direct). Daarnaast er de indirecte invloed dat slaap verstoord raakt wanneer iemand nachtmerries heeft. Ook dit kan leiden tot een toename in psychotische klachten. Nachtmerries hebben veel invloed op het functioneren en het welbevinden doordat ze samenhangen met stemmingsstoornissen en suïcidaliteit. Als nachtmerries samen optreden met insomnia is de kans op suïcide sterk verhoogd bij mensen met schizofrenie. Onderzoekers bekeken nu of imaginaire rescripting nachtmerries kan verminderen bij mensen met een psychose.
Een bekende groep Britse groep rondom Daniel Freeman deed een geblindeerde en gecontroleerde pilotstudie bij 24 patiënten (18-65 jaar), gediagnosticeerd met een psychose spectrum stoornis, die aanhoudend last hadden van overmatige achterdocht en minimaal eens per week een vervelende nachtmerrie meemaakten. Alle 24 patiënten kregen standaardzorg, en de ene helft kreeg daarnaast aanvullende CGT voor nachtmerries aangeboden. Er was een follow-up na 8 weken (4 weken na behandeling). De aanvullende interventie bestond uit 4 tot 6 sessies (gemiddeld 4.8) verspreid over 4 weken. Onderdeel van de behandeling was imaginaire rescripting, en werd op basis van de probleemformulering aangevuld met slaaphygiëne educatie, ontspanningstechnieken, verminderen van preoccupatie met nachtmerries en terugvalpreventie. Patiëntkenmerken in beide groepen waren vergelijkbaar. Driekwart rapporteerde minimaal ooit één suïcidepoging te hebben ondernomen. Op één proefpersoon na voldeed iedereen aan de criteria van insomnia.
Het aanbieden van de korte CGT gericht op het verminderen van nachtmerries leidde tot een aanzienlijke afname van de ernst van de nare dromen, in vergelijking met de groep die alleen de standaardzorg kreeg. De imaginaire rescripting werd goed ontvangen door patiënten, en iedereen heeft de behandeling afgerond. Ook de insomnia was duidelijk verminderd, mogelijk is dit te verklaren doordat iemand niet meer zo vaak wakker wordt doordat de nachtmerries zijn afgenomen. We wisten al dat de slaapkwaliteit invloed heeft op paranoia, en dat blijkt ook weer uit deze pilot, de paranoïde klachten namen ook af. Een opvallende bevinding was dat suïcidale ideaties in de CGT onveranderd stabiel zijn gebleven maar in de groep met standaardzorg verminderd waren. Gezien de kleine steekproef is dit echter nog lastig te interpreten – kan op toeval berusten – en zal er meer onderzoek moeten komen.
Bij gebrek aan alternatieve behandelvormen met meer evidentie is ‘imaginaire rescripting’ aan te raden om nachtmerries en insomnia te verminderen bij mensen met paranoia.
Zie ook de ZZDjes over Slapen “Inslapen”, “Wakker worden” en “Slaapverlamming”.