Waarom gehoorzaamt de een wel aan zijn stemmen en de ander niet?
Gehoorshallucinaties zoals het horen van een stem zijn het meest voorkomende type hallucinatie, zowel binnen als buiten de psychiatrie. Ongeveer de helft van de stemmenhoorders heeft last van imperatieve hallucinaties (stemmen die opdracht geven). Deze kunnen neutrale opdrachten geven, maar ze kunnen ook aanzetten tot geweld. Het is dan erg belangrijk om te weten wat maakt dat een stemmenhoorder er wel of niet gevolg aangeeft.
Stemmen die opdrachten geven veroorzaken veel lijdensdruk bij de stemmenhoorder. Zorgt dat er ook voor dat men eraan gehoorzaamt? De imperatieve hallucinaties kunnen onderverdeeld worden in drie verschillende subtypes:
- (1) stemmen die ‘niet-beschadigende’ opdrachten geven,
- (2) stemmen die aanzetten tot geweld tegen zichzelf (inclusief suïcide-gerelateerde opdrachten),
- (3) stemmen die aanzetten tot geweld tegen anderen (moord, steekpartij, aanranding).
Birchwood en zijn collega’s doen al vele jaren onderzoek naar stemmen die opdrachten geven, en hebben hiervoor een cognitief model ontwikkeld. In het model spelen de volgende zaken een rol bij het gehoorzamen:
- (1) gebrek aan controle over het optreden van de stemmen
- (2) ideeën de almacht van de stem (zoals het vermogen van de stem om de toekomst te voorspellen)
- (3) ideeën over het vermogen van de stem om de stemmenhoorder te straffen voor het niet opvolgen van de opdracht van de stem
- (4) de emotionele reactie op dit alles.
Om verder uit te zoeken hoe het precies zit, is door de auteurs gebruikt gemaakt van data van de MachArthur Violence Risk Assessment Study (MVRAS) waarbij 1.136 mensen tijdens een opname in een psychiatrisch ziekenhuis allerhande vragenlijsten hebben ingevuld. De stemmenhoorders zijn onderverdeeld in 4 subgroepen met:
- (1) kwaadwillende stemmen (n=102)
- (2) goedwillende stemmen (n=14, waarvan 6 neutraal)
- (3) zowel kwaad als ook goedwillende stemmen (n=58, waarvan 30 ook neutrale stemmen rapporteren)
- (4) neutrale stemmen (n=7)
Stemmenhoorders met kwaadwillende stemmen hadden in vergelijking met hen die goedwillende stemmen hoorden meer ernstige positieve symptomen. Ook rapporteerden zij vaker te zullen gehoorzamen, minder weerstand te bieden aan de stemmen, en emotionele problemen vaker voor. Dit had te maken met de genoemde opvattingen in het model. Ook komen de auteurs tot de conclusie dat fysieke mishandeling in de kindertijd mede voorspellend is voor het gehoorzamen aan stemmen die aanzetten tot geweld tegen zichzelf of anderen.