Door Janneke Ferwerda
De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor de relatie tussen trauma en psychotische ervaringen. We weten inmiddels dat traumatische ervaringen in de kindertijd geassocieerd zijn met de ernst van verschillende psychotische symptomen en een voorspeller van de overgang naar psychose. Het gaat dan om verschillende soorten traumatische gebeurtenissen, zoals emotioneel, fysiek en seksueel misbruik, emotionele en fysieke verwaarlozing en ‘niet-intentionele’ nare ervaringen, zoals het verliezen van een ouder. Onderzoek richt zich ook steeds meer op het begrijpen van deze relatie tussen trauma en psychose. Welke mechanismen liggen ten grondslag aan deze relatie? Mentaliserende vermogens misschien?
Mentalisatie is het vermogen om mentale toestanden van jezelf en van anderen op te merken en te begrijpen. Mentalisatie is een essentieel element in onze ontwikkeling en kan worden gezien als een beschermende factor tegen het ontwikkelen van allerlei psychische problemen, je kunt het zien als een transdiagnostische beschermende factor.
Mentalisatie ontwikkelt zich in sociale situaties, waarbij complexe sociale signalen worden benoemd en gespiegeld door belangrijke hechtingsfiguren zoals ouders. Het kind leert zo zijn eigen gevoelens begrijpen en ook de emoties van de ander. Bij traumatische ervaringen in de kindertijd, zoals bij mishandeling, is er vaak sprake van een verstoorde hechtingsrelatie. Dit is van invloed op de ontwikkeling van het mentaliserend vermogen. Het kan zijn dat een kind bijvoorbeeld een aversieve reactie voelt naar een ouder, waardoor reflectie van mentale toestanden van de verzorger door het kind wordt vermeden. Beperkingen in het mentaliserend vermogen worden in verband gebracht met een verhoogd risico op psychose.
Het mentaliserend vermogen is echter nog niet zo makkelijk te meten. In onderzoek wordt mentalisatie vaak geoperationaliseerd door gebruik te maken van Theory of Mind (ToM) taken zoals de Hinting task. Het gaat dan om het begrijpen van de intenties en gevoelens van anderen. Uit deze onderzoeken komt met name een relatie naar voren tussen verminderde mentalisatie en negatieve symptomen. De relatie is niet zo duidelijk gevonden met positieve symptomen.
Onderzoekers van dit artikel hypothetiseren dat dit te maken kan hebben met hoe mentalisatie tot nu toe werd gemeten. Mentalisatie bevat meer dan alleen maar het vermogen de gevoelens van anderen te begrijpen, het gaat ook om het begrijpen van je eigen emoties (zelf-mentalisatie). Mogelijk hangt zelf-mentalisatie meer samen met positieve symptomen van psychose.
Om zelf-mentalisatie te meten wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van een recent ontwikkelde vragenlijst, de Mentalization-Scale (Ment-S). Bijzonder aan deze lijst is dat het de enige mentalisatie vragenlijst is die zich richt op zowel ander-mentalisatie als zelf-mentalisatie. Psychotische ervaringen werden uitgevraagd middels de Community Assessment of Psychic Experiences (CAPE). Verder hebben de onderzoekers gekozen voor de Multidimensional Schizotypy Scale- Brief (MSS-B), voor verschillende dimensies van schizotypie. Verschillende onderlinge verbanden zijn onderzocht en uitgewerkt in verschillende mediatiemodellen, waarbij de onderlinge causale relaties zijn bekeken.
De resultaten laten zien dat een toegenomen aandacht voor emoties samenhangt met meer problemen en symptomen, terwijl emotionele helderheid juist beschermend werkt. Bij positieve schizotypie is er meer samenhang met verhoogde aandacht voor emoties, dan met emotionele helderheid. Er is in het onderzoek onderscheid gemaakt tussen het meemaken van intentionele traumatische ervaringen (bijvoorbeeld mishandeling) en niet-intentionele traumatische ervaringen in de kindertijd (zoals het verlies van een ouder).
Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat de invloed van mentalisatie op psychotische symptomen alleen wordt gevonden bij intentionele traumatische ervaringen. Het verlies van een ouder had geen meetbaar effect op psychotische symptomen, via mentalisatie. Wat dit aantoont is dat hoe ingrijpend en verdrietig het verlies van een ouder ook kan zijn, met name het opgroeien in de buurt van een gevaarlijke en onbetrouwbare volwassen figuur heeft een negatieve invloed op ons vermogen te mentaliseren.
Een onverwachte bevinding, die ook nog om vervolgonderzoek vraagt, is dat er een verschil is gevonden tussen de impact van mishandeling door moeder versus mishandeling door vader op zelf-mentaliserende factoren. Bij de deelnemers die traumatische ervaringen door moeder rapporteerden was er sprake van een toegenomen aandacht voor emoties en minder emotionele helderheid. Hoewel er de laatste jaren meer gelijkheid gekomen is in de verdeling van opvoedtaken tussen vaders en moeders, is de moeder vaak nog steeds de primaire hechtingsfiguur. Een beschadigde moeder-kind relatie heeft grotere gevolgen voor het vermogen tot mentalisatie, en daarmee ook op psychotische symptomen.
De gevonden resultaten laten zien dat er traumatische ervaringen inderdaad kunnen leiden tot problemen met (zelf) mentalisatie en daarmee ook van invloed kunnen zijn op psychotische symptomen. Het aangetoonde verband sluit aan bij klinische praktijk waar steeds vaker wordt ingezet op mentaliserende bevorderende interventies (zoals MBT) bij psychose.
Meer onderzoek zal nodig zijn om het verband nog wat scherper in beeld te krijgen, maar het artikel levert ons al een aantal belangrijke en nieuwe inzichten.
Nonweiler, J., Torrecilla, P., Kwapil, T. R., Ballespí, S., & Barrantes-Vidal, N. (2023). I don’t understand how I feel: mediating role of impaired self-mentalizing in the relationship between childhood adversity and psychosis spectrum experiences. Frontiers in Psychiatry, 14.