Door Janneke Ferwerda

 

Mensen met een diagnose in het psychose spectrum ervaren vaak stigma, meer dan mensen met andere psychiatrische diagnosen. Stigma is een negatief sociaal label dat aan een persoon of een groep personen wordt gegeven, vaak gebaseerd op kenmerken die als afwijkend of ongewenst worden beschouwd door de samenleving. Dit kan leiden tot discriminatie, vooroordelen en sociale uitsluiting. Stigma bij psychotische stoornissen wordt consequent gevonden in de algemene bevolking, maar ook bij hulpverleners en bij mensen die zelf psychotische symptomen hebben (zelf-stigma).

En dat is niet best, want een hogere mate van stigma is gerelateerd aan een verminderd welzijn, een verminderd functioneren op het gebied van werk of studie, meer depressieve klachten, verhoogde suïcidaliteit en een verminderde toegankelijkheid tot de juiste zorg. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken suggereren zelfs dat stigma bijdraagt aan het verergeren van de symptomen bij psychose en van invloed is op het beloop van de stoornis.

Dat stigma aandacht behoeft is dus duidelijk. Maar hoe ziet stigma eruit bij mensen met een verhoogd risico op psychose en hoe veel stigma wordt er ervaren? Jongeren met milde psychose-ervaringen, zelfs zonder dat ze hulp zoeken of duidelijke klinische symptomen hebben, ervaren al een verhoogde mate van stigma. Hierbij is er wel een verschil tussen jongeren met milde psychotische symptomen en mensen die voldoen aan een psychotische stoornis. Jongeren met een verhoogd risico herkennen en zijn zich bewust van de stereotypen rond psychose, maar internaliseren deze minder dan mensen met gediagnosticeerde psychotische stoornissen.

Jongeren waar sprake is van een verhoogd risico op psychose ervaren uiteenlopende symptomen, op allerlei domeinen. In een vroege psychose studie bleek dat meer positieve en depressieve symptomen op termijn, hogere stigma scores voorspelden. Dit suggereert dat de symptomen vaak eerst komen en daarna de stigmatisering. De relatie tussen stigma en symptomen is echter complex. Negatieve percepties van anderen kunnen ook leiden tot meer isolatie en ongewoon gedrag bij mensen in het psychosespectrum, wat de stigmatisering zou kunnen verergeren

Deze studie onderzocht hoe jongeren met een verhoogd risico op psychose stigma ervaren. Twee groepen worden vergeleken, 94 proefpersonen met een klinisch hoog risico op psychose (CHR) en 45 controle deelnemers zonder psychotische ervaringen (NP). Twee soorten stigma werden gemeten:

  1. Waargenomen devaluatie: Hoeveel iemand denkt dat anderen hen afwijzen vanwege hun mentale problemen. Dit werd gemeten met een vragenlijst.
  2. Geïnternaliseerd stigma: Hoeveel iemand denkt dat negatieve ideeën over mensen met mentale problemen op hen van toepassing zijn. Dit werd gemeten met een vragenlijst (ISMI-10).

Uit de resultaten komt het volgende naar voren:

  1. Waargenomen devaluatie: 81 % van de CHR groep rapporteert dit in vergelijking met slechts 18 % in de niet psychose groep. De gemiddelde waarden op de stigma schaal zijn 23 bij de CHR groep en 4 bij de niet psychose groep. Dat wil zeggen dat de jongeren met een verhoogd risico vijf keer zo veel stigma ervaren.
  2. Geïnternaliseerde stigma wordt gerapporteerd door 70% van de CHR-groep (gemiddelde waarde 15), vergeleken met 18% van de NP-groep (gemiddelde 3).

Deze significante verschillen tonen aan dat jongeren met milde psychotische symptomen een hogere mate van zowel waargenomen stigma als geïnternaliseerd stigma ervaren dan de deelnemers die geen psychotische ervaringen hebben.

Twee andere belangrijke patronen kwamen ook naar voren in dit onderzoek:

  • Depressieve symptomen waren sterker gerelateerd aan stigma dan positieve symptomen die typisch zijn voor psychosespectrumstoornissen.
  • Waargenomen devaluatie (hoe anderen hen zien) had een sterkere relatie met klinische symptomen dan geïnternaliseerd stigma (hoe ze zichzelf zien).

Met name de eerste bevinding is opvallend. De verwachting was dat juist de positieve symptomen gerelateerd zouden zijn aan stigma. Stemmingsproblemen blijken echter meer invloed te hebben.
De gevonden bevindingen uit dit onderzoek benadrukken wederom het belang van stigma bestrijding in de maatschappij. Het blijft noodzakelijk om negatieve opvattingen over mentale gezondheid aan te pakken (bijvoorbeeld in media of op scholen) en stigma zo veel mogelijk zien te reduceren.

Een ander belangrijk aandachtspunt is de behandeling van depressieve symptomen bij jongeren met psychotische klachten.

Alliende, L. M., Strauss, G. P., Yang, L. H., & Mittal, V. A. (2024). Perceptions of stigma in youth at clinical high risk for psychosis and depressive symptomatology. Schizophrenia Research, 269, 79-85.
Artikel