Vertrouwen verbindt, wantrouwen verblindt.

Overmatige achterdocht (paranoia) vreet aan relaties en aan psychisch en maatschappelijk welzijn en is ook een kernsymptoom bij psychose. In de laatste 20 jaar is hier in toenemende mate onderzoek naar gedaan, o.a. met een vragenlijst, de Green et al., Paranoid Thoughts Scale (GPTS), waarvan nu een verkorte en verbeterde versie beschikbaar is: de R-GPTS. Goed nieuws dus!

De GPTS werd destijds ontwikkeld, zowel voor klinische als niet-klinische populaties, om de ernst van overmatige achterdocht in kaart te brengen. De lijst bestaat uit twee schalen van ieder 16 items, waarmee betrekkingsideeën (Deel A) en achtervolgingsideeën (Deel B) gemeten worden. De 32 items gaan over gevoelens en gedachten in de afgelopen maand en kunnen worden gescoord van 1 (helemaal niet van toepassing) tot 5 (volledig of veel van toepassing). Een voorbeeld van item A is: “Het was moeilijk om te stoppen met denken over mensen die achter mijn rug om over me praatten.”, en van B: “Ik was ervan overtuigd dat er een samenzwering was tegen mij.”

Bij een recente evaluatie (Statham et al., 2019) van de meest gangbare zelfrapportage metingen van paranoia bleek dat de GPTS het meest valide en informatieve instrument was, het meest toegepaste instrument in paranoia onderzoek is. Ook wordt het gebruikt voor basis- en eindmetingen in het GU-behandelprotocol voor overmatige achterdocht. Echter, sommige psychometrische bevindingen, zoals interne consistentie en structurele validiteit behoefden replicatie met een grotere steekproef. Een Britse onderzoeksgroep, experts in psychose, nam die taak op zich en onderwierp het instrument aan een grootschalige psychometrische evaluatie.

Bij in totaal 10.551 personen werden GPTS-data verzameld: 422 patiënten met psychose en 805 non-klinische personen vulden beide delen (A en B) in van de GPTS en daarnaast vulden 1.743 patiënten met psychose en 7.581 non-klinische personen uitsluitend deel B in. Met deze data werden diverse statistische analyses gedaan. Uit deze analyses kwam onder andere naar voren dat de oorspronkelijke GPTS schaal over betrekkingsideeën (Deel A) een aantal problematische items had die niet volledig discrimineerden van de paranoia schaal (Deel B). In totaal werden 8 items van deel A verwijderd, en 6 items van deel B. Een nieuwe gereviseerde schaal, de Revised-Green et al., Paranoid Thoughts Scale (R-GPTS) heeft een twee-factor structuur (met een uitstekende model fit) en bestaat nog slechts uit 8 items voor betrekkingsideeën (deel A) en 10 voor paranoia (deel B). Items gaan nu ook van 0 tot 4 (ipv van 1 tot 5).

Met deze revisie wordt het voor het eerst ook mogelijk om de ernst van de achterdocht te interpreteren: wat zijn nu hoge en lage niveaus van achterdocht? Men kwam tot de volgende R-GPTS-scores:

  • gemiddeld (A: 0-9; B: 0-4)
  • verhoogd (A: 10-15; B: 5-10)
  • matig ernstig (A: 16-20; B: 11-17)
  • ernstig (A: 21-24; B: 18-27)
  • zeer ernstig (A: 25+; B: 28+)

Op de paranoiaschaal (B) wordt een cut-off score gehanteerd van 11 voor een klinisch niveau van paranoïde ideatie en een cut-off van 18 voor de waarschijnlijkheid van een waanstoornis. Kortom, de R-GPTS is een aanwinst voor de klinische praktijk, inmiddels ook vertaald in het Nederlands en gratis te downloaden via de GU-website: Herziene Green Achterdochtige Gedachten Schaal.

Freeman, D., Loe, B.S., Kingdon, D., Startup, H., Molodynski, A., Rosebrock, L., …Bird, J.C. (2019). The revised Green et al., Paranoid Thoughts Scale (R-GPTS): psychometric properties, severity ranges, and clinical cut-offs. Psychological Medicine, 1-10
Artikel