Door Berber van der Vleugel

Dat allerlei sociaal achtergestelde groepen een verhoogd risico op psychose hebben was al bekend; denk daarbij aan niet-Westerse immigranten in Europa, Aboriginals in Australië, Maori in Nieuw-Zeeland, doven en slechthorenden, homoseksuelen, mensen met een autisme spectrum stoornis en mensen met een laag IQ. Volgens de social defeat hypothese kan het ervaren van een outsiderstatus of een ondergeschikte positie leiden tot ontregeling van dopamine en zo bijdragen aan een verhoogd risico op non-affectieve psychose. Ook mensen met een sterk ervaren genderincongruentie (genderidentiteitsstoornis (GIS) in DSM-IV of genderdysforie (GD) in DSM-5) hebben een outsiderstatus. Hoe zit het met hun risico op psychose? Naar het antwoord op die vraag ging een groep Nederlanders op zoek.

Eerdere studies die zijn uitgevoerd door gespecialiseerde genderklinieken lieten geen verhoogd risico zien op psychose, maar dat zou kunnen liggen aan dat mensen met ernstige psychiatrische comorbiditeit zoals psychose minder snel verwezen worden naar een genderkliniek.  De laatste jaren zijn er verschillende studies verschenen die gegevens uit ziekenhuisdossiers en verzekeringsmaatschappijen gebruikten en die resultaten lieten wel degelijk een flink verhoogd risico op allerlei psychiatrische stoornissen (waaronder psychose) zien onder mensen met GIS of GD. Het risico op psychose lijkt dus nogal afhankelijk van waar de data verzameld worden. 

Een groep Nederlandse onderzoekers vergeleek het risico op non-affectieve psychose onder transpersonen met dat risico onder de algemene bevolking. Het bijzondere aan deze studie is dat zij hierbij verschillende databronnen gebruikten om een grote representatieve groep te krijgen. Zij gebruikten data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (o.a. gegevens over administratieve geslachtswijziging), van het Zorginstituut Nederland (verstrekte medicijnen die werden vergoed door verzekeringsmaatschappijen) en DBC-gegevens van de Nederlandse Zorgautoriteit. Zo konden zij een grote groep mensen samenstellen waarin verschillende transpersonen werden gerepresenteerd, namelijk:

  • Route 1 groep: 3.589 transpersonen, in transitie (administratieve geslachtswijziging en/of behandeling middels cross-sexe hormonen) zonder GGZ bemoeienis
  • Route 2 groep: 694 personen, niet in transitie, met GGZ behandeling en GIS/GD als eerste of tweede diagnose
  • Route 3 groep: 1.011 personen, in transitie, met GGZ behandeling en GIS/GD als eerste of tweede diagnose

Daarnaast stelden zij controlegroepen samen van mensen bij wie geen enkele aanwijzing werd gevonden voor ervaren genderincongruentie (in de vorm van een GIS/GD diagnose, voorgeschreven cross-sexe hormonen of administratieve geslachtswijziging), namelijk een groep met en een groep zonder GGZ behandeling (in totaal 27.820 personen). Matching vond plaats op leeftijd, geboortegeslacht, land van herkomst en migratie status. 

De resultaten lieten meer psychose onder transpersonen zien dan onder controles. Dat gold zowel voor de groep transgenders als geheel als voor de drie subgroepen. De verschillen tussen die subgroepen waren wel groot; het risico op psychose was het meest verhoogd voor bij de groep mensen met GIS/GD en GGZ behandeling die niet in transitie waren. Het psychose-risico was zowel verhoogd bij personen die bij geboorte als man waren geïdentificeerd als bij personen die bij geboorte als vrouw waren geïdentificeerd, maar bij die laatste groep was het risico meer verhoogd. 

De onderzoekers hebben ook gekeken naar het moment waarop er een psychose werd vastgesteld. Binnen de route 1 groep was dat in 50% en binnen de route 3 groep in 45.6% van de gevallen na de behandeling met cross-sexe hormonen of geslachtswijziging. Terwijl een psychose binnen de route 2 groep in 83.7% van de gevallen voor of ongeveer tegelijkertijd met de genderidentiteitsstoornis werd vastgesteld. 

Uit dit nationale bevolkingsregister onderzoek blijkt dus dat transpersonen een hoger risico op psychose hebben dan de meeste mensen. Deze bevindingen zijn in lijn met de door de onderzoekers veronderstelde invloed van minderheidsstress en social defeat. Of de mensen met een GIS of GD die bij de GGZ in behandeling zijn en niet in transitie zijn (nog) niet in transitie willen of dat deze gender-affirmation hen onthouden wordt vanwege comorbide psychiatrische problemen wordt op basis van dit onderzoek niet duidelijk; daar is meer onderzoek voor nodig. 

Denk nu niet dat de bevindingen erop wijzen dat sociale of medische transitie beschermt tegen het risico op psychose; dat is een voorbarige, ongefundeerde en zelfs gevaarlijke conclusie (die de onderzoekers niet trekken)! Wat dit onderzoek wel duidelijk maakt is dat we in de klinische praktijk oog moeten hebben voor gender en de extra stress waar mensen wiens ervaren gender niet overeenkomt met hun geboortegeslacht aan bloot staan. En dat we ons moeten verdiepen in hoe we die stress en de gevolgen ervan kunnen verminderen. 

Gedachten Uitpluizers helpen cliënten natuurlijk graag bij de betekenisverlening aan persoonlijke en bijzondere ervaringen, maar voelen zich met het onderwerp gender misschien nog wat in verlegenheid. Als je meer wilt weten over genderissues kan je bijvoorbeeld terecht op de website van Genspect (www.genspect.org), een internationale organisatie die bestaat uit professionals, transgenders, detransitioners en oudergroepen die pleiten voor een niet-gemedicaliseerde benadering van genderdiversiteit. Genspect is ook initiatiefnemer van www.statsforgender.org, een portaal voor statistieken en feiten over gender, waar zij betrouwbare gegevens, intuïtief gecategoriseerd en jargonvrij geformuleerd, willen ontsluiten. Een webinar over Gender Exploratory Therapy is hier te bekijken. Binnenkort verschijnt het boek When kids say they’re trans – A guide for thoughtful parents, geschreven door professionals en biedt praktische tips aan ouders (en professionals) die betrokken zijn bij jonge mensen die worstelen met hun genderidentiteit en die niet geloven dat medisch ingrijpen de beste manier is om gezondheid en welzijn op de lange termijn te garanderen.

Termorshuizen F, de Vries ALC, Wiepjes CM, Selten J-P (2023). The risk of psychosis for transgender individuals: a Dutch national cohort study. Psychological Medicine

Artikel