Door Helga Ising

Eenzaamheid is een groot en veelvoorkomend probleem, ook onder jongvolwassenen. Het is een risicofactor voor psychopathologie in het algemeen, en zelfs specifiek voor psychose. Welke rol speelt eenzaamheid in de verschillende psychose risico stadia?

Eenzaamheid kunnen we definiëren als (a) een verschil tussen de gewenste sociale relaties van een persoon en zijn of haar feitelijke sociale relaties en (b) de lijdensdruk die hieruit voortkomt. Op bevolkingsniveau gekeken voelt ongeveer 10% van de mensen zich eenzaam. Uit een klein aantal onderzoeken is gebleken dat het verband tussen eenzaamheid en psychotische ervaringen waarschijnlijk bi-directioneel is. Dat wil zeggen, psychotische ervaringen op bevolkingsniveau als ook in het kader van een psychotische stoornis voorspellen eenzaamheid, en andersom kan eenzaamheid psychotische ervaringen versterken, bv. door toenemende angst voor afwijzing en wantrouwen. Daarnaast kunnen psychotische symptomen mogelijk ook het opbouwen van betekenisvolle sociale relaties in de weg staan, waardoor het gevoel van eenzaamheid nog sterker wordt.

Gevoelens van eenzaamheid kunnen fluctueren. Daarom hebben de onderzoekers ervoor gekozen om eenzaamheid en het hebben van psychotische ervaringen over een periode van 90 dagen te meten; met een elektronische dagboek methode hebben de deelnemers dagelijks op verschillende momenten een aantal vragen hieromtrent ingevuld. De data is verzameld in het kader van de Nederlandse Mirorr (Mapping Individual Routes of Risk and Resilience) studie.

In totaal was er data van 96 jongvolwassenen beschikbaar (18-35 jaar; gemiddelde leeftijd 25 jaar; 77% was vrouw). De groep was verdeeld over vier subgroepen op basis van de psychose risicofase:

  • (1) zeer weinig symptomen
  • (2) weinig symptomen
  • (3) milde symptomen
  • (4) UHR-risicoprofiel.

De laatste drie groepen zaten reeds de GGz. De eerste groep betreft een groep uit de algemene bevolking. Er werden waanachtige symptomen gemeten (5 items), maar geen hallucinaties.

Resultaten lieten een algemene samenhang van eenzaamheid met psychose symptomen zien als dwarsverband. Patronen door de tijd werden echter alleen gevonden in de ‘milde symptomen groep’: eenzaamheid voorspelde daar meer psychotische symptomen als gevolg. Tegen de verwachting in lijkt eenzaamheid geen rol te spelen in de UHR-groep als risicofactor voor toename in psychotische ervaringen. Misschien was de duur van de studie te kort voor deze relatie, en dat het een meer lange termijn risicofactor betreft in plaats van een direct werkend mechanisme. Ook werd stemmen horen bijvoorbeeld niet gemeten, dus deze resultaten gelden alleen voor de gebruikte psychose symptomen.

Wat kunnen we uit dit onderzoek voor conclusies trekken voor de klinische praktijk? Eenzaamheid is een groot en veelvoorkomend probleem en hangt samen met meer psychose. Bij individuen met milde symptomen kan eenzaamheid een risicofactor zijn voor het verder ontwikkelen van psychotische ervaringen. En los van de causale richting is eenzaamheid sowieso een factor van belang bij veel cliënten met psychose.

Raposo de Almeida, E., van der Tuin, S., Muller, M.K., van den Berg, D., Wang, Y., Veling, W., Booij, S.H. en Wigman, J.T.W. (2024). The associations between daily reports of loneliness and psychotic experiences in the early risk stages for psychosis. Early Intervention in Psychiatry, 1–13. Artikel