Een doel van eerste psychose teams en vroege detectie bij psychose is om de duur van de onbehandelde psychose (DOP) zo kort mogelijk te houden. Hoe langer iemand rondloopt met een psychose zonder daar behandeling voor te krijgen, hoe slechter de prognose is. Bij de meeste reguliere GGZ instellingen is de DOP tussen de 22 en 150 weken. Het is dus heel belangrijk om de DOP actief terug te dringen door bijvoorbeeld Vroege Interventie Psychose (VIP) teams, maar helpen dit soort teams daadwerkelijk de DOP terug te dringen?
Mensen met een psychose komen via verschillende routes terecht bij zorginstellingen. De afgelopen jaren zijn er verschillende interventies ingezet om mensen met een psychose op te sporen om zo de DOP te verkorten. Zo zijn er interventies gericht op huisartsen, (online) nieuwsbrieven en websites met informatie over psychose en er zijn speciale VIP teams ontwikkeld (voor eerste psychose) alsook EDI-teams gericht op mensen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een psychose (UHR). Wat weten we over de effectiviteit hiervan? De onderzoekers van deze studie waren daar ook benieuwd naar en hebben een meta-analyse (een overzichtsstudie) uitgevoerd.
Deze overzichtsstudie nam alle beschikbare literatuur samen van studies die interventies onderzochten gericht op het verkorten van de DOP vergeleken met een controleconditie. Alleen studies die als uitkomstmaat de DOP hadden werden meegenomen. In totaal werden 16 interventiestudies meegenomen in de meta-analyse. De interventies die werden onderzocht waren VIP interventies, UHR interventies, interventies gericht op de samenleving (bekendheid en bewustzijn van psychose vergroten), interventies waarbij professionals getraind werden en multifocus (combinatie van andere soorten) interventies.
Als al deze interventies werden samengenomen bleek dat er geen duidelijk effect was in het verkorten van de DOP, vergeleken met de controlecondities. Deze bevinding kon niet verklaard worden door publicatie bias (de tendens om alleen studies te publiceren die een positieve uitkomst hebben) of het effect van outliers (studies met hele afwijkende resultaten). Vervolgens werden de interventies apart vergeleken met controlecondities. Hierbij bleek alleen UHR-aanpak de DOP te verkorten. Echter, dit resultaat was slechts op een enkele studie gebaseerd.
Hoewel deze resultaten niet motiverend lijken, zitten er wat kanttekeningen aan deze meta-analyse. Er bleek behoorlijk wat variatie te zitten in de onderzochte interventies en ook in de patiëntenpopulaties. Verder verschilde de manier waarop de DOP werd bepaald nogal per studie. Niet alle studies namen bijvoorbeeld hetzelfde punt vanaf wanneer je spreekt van een DOP als uitgangspunt. Hoopgevend is dat deze studie laat zien dat er wel aanwijzingen zijn dat interventies gericht op UHR patiënten effectief zijn en de DOP kunnen verminderen (zie ook Ising et al., 2016). Daar is dus vooralsnog de beste evidentie voor: het screenen en actief najagen van UHR levert ook detectie van eerste psychose op, waarbij dan de DOP een stuk korter is.
Ising, H. K., Kraan, T. C., Rietdijk, J., Dragt, S., Klaassen, R. M., Boonstra, N., … & Wunderink, L. (2016). Four-year follow-up of cognitive behavioral therapy in persons at ultra-high risk for developing psychosis: the Dutch early detection intervention evaluation (EDIE-NL) trial. Schizophrenia bulletin, 42(5), 1243-1252.