Door Eva de Bruin
Kernovertuigingen over jezelf, de ander en de wereld worden ook wel schema’s genoemd. Deze schema’s kleuren hoe mensen o.a. sociale interactie en gebeurtenissen beleven en vormen de basis van hun gedrag. In de vroege jeugd worden de schema’s gevormd. Negatieve ervaringen en de daardoor gevormde negatieve schema’s zijn aangemerkt als belangrijke factoren voor het ontstaan en in stand houden van psychoses. Ze zijn onder andere gelinkt aan paranoia. Door positieve ervaringen en therapie kunnen mensen positieve schema’s ontwikkelen. Bij PTSS en OCD is wel eens gebleken dat CGT eerst de niet werkende schema’s veranderde voordat de klachten afnamen. Zou een verandering van schema’s ook plaatsvinden bij mensen met een psychotische stoornis die CGT krijgen?
In deze systematische review en meta-analyse werd gekeken of CGTp leidt tot veranderingen in schema’s bij mensen met psychose. 19 studies werden meegenomen in de review. Er was veel variatie in het aantal sessies (4-24) en hoe de CGTp werd vormgegeven. Bijvoorbeeld mindfulness-based CGT, CGTp, begeleide zelfhulp CGT en emotie-gefocuste CGT. Veelal werd de BCSS (Brief Core Schema Scales) gebruikt om de schema’s te meten. Tiengerandomiseerde onderzoeken met controlegroep (RCT) werden geïncludeerd in de meta-analyse. De CGTp interventies lieten een grotere afname van negatieve zelfschema’s en een grotere toename van positieve zelf en anderen schema’s zien dan de controlegroep. De effecten op de positieve en negatieve zelfschema’s werden ook in de follow up gevonden. Het effect op de positieve schema’s over de ander werd bij de follow up niet meer gevonden. En de negatieve schema’s over anderen veranderden überhaupt niet door de behandeling. Dus op de langere termijn lijkt CGTp niet veel te doen aan de schema’s over de ander, maar vooral aan schema’s over jezelf.
Er worden verschillende mogelijke verklaringen gegeven. Door veelvuldige negatieve ervaringen met de ander is het negatieve ander schema mogelijk sterker ontwikkeld en moeilijker te veranderen. Schematherapie neemt daar ook meer sessies voor dan CGTp. Bovendien zijn positieve ervaringen met betrekking jezelf wellicht makkelijker toegankelijk en daarmee eenvoudiger als focus in therapie. Verder kunnen paranoia en negatieve schema’s over de ander elkaar in stand houden. De negatieve schema’s voeden de paranoia, terwijl de paranoia de interactie met de ander kleurt en daarmee weer een negatieve ervaring kan geven.
Dit onderzoek toont dat CGTp een positief effect heeft op (zelf)schema’s bij cliënten met psychose. Mogelijk is er meer kruisbestuiving van schematherapie bij CGTp nuttig. Opgelet wel: in deze meta-analyse zijn schema’s gemeten zijn met de BCSS. Dit in tegenstelling tot de Young Schema Questionnaire (YSQ) die veel gebruikt wordt in de schematherapie hoek. De beide lijsten hebben een andere definitie van schema’s. Waarbij er makkelijk (spraak)verwarring kan ontstaan over schema’s zoals gebruikt binnen de schematherapie en de schema’s zoals deze worden gemeten in dit (voornamelijk Britse) onderzoek naar psychose
Akers, N., Berry, K., & Taylor, C. D. (2025). Do Cognitive Behavioural Therapy Interventions Lead to Schema Change in People With Psychosis? A Systematic Review and Meta‐Analysis. Clinical Psychology & Psychotherapy, 32(2), e70049.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/40033558/
Meer over Brief Core Schema Scales:
https://www.researchgate.net/publication/7216486_The_Brief_Core_Schema_Scales_BCSS_Psychometric_properties_and_associations_with_paranoia_and_grandiosity_in_non-clinical_and_psychosis_samples
YSQ:
https://www.schematherapie.nl/professionals/vragenlijsten