Door: Rob van Grunsven

“Ik voel me vaak afgewezen”
“Ik mis mensen in mijn leven waar ik van op aan kan”

Deze uitspraken komen uit de vragenlijsten om de relatie te onderzoeken tussen eenzaamheid en hallucinaties bij jongeren tussen 14 en 25 jaar, voortbouwend op de hypothese dat toename van eenzaamheid leidt tot hallucinaties met een sociale (en dus niet een andersoortige) betekenis.

De Sociale Deafferentatie Hypothese (SDA) is gebaseerd op de theorie dat het wegvallen of verminderen van sociale prikkels (sociale deafferentatie) psychotische ervaringen, zoals hallucinaties, kan uitlokken. Net zoals sensorische (visuele en auditieve) deprivatie kan leiden tot hallucineren, zou bij eenzaamheid sprake kunnen zijn van foutieve activatie van sociale schema’s, die hallucinaties uitlokken met een sociale connotatie.

Om deze nog weinig onderzochte hypothese verder te toetsen, riep een Nederlandse onderzoeksgroep mensen van 14 jaar en ouder, online, op tot deelname aan onderzoek. Deelnemers moesten digitaal een vragenlijst invullen over psychotische ervaringen (QPE, Questionnaire for Psychotic Experiences), en, optioneel, een vragenlijst over eenzaamheid (een verkorte versie van de DJGLS, De Jong Gierveld Loneliness Scale).

Gevraagd werd naar hallucinaties in de afgelopen maand met verzoek die te specificeren. De onderzoekers maakten daaruit een onderscheid tussen hallucinaties met een sociale connotatie – lachende stemmen horen, mensen zien, aanraking voelen, aanwezigheid van een mens voelen – versus hallucinaties zonder een sociale connotatie – muziek of omgevingsgeluiden horen, dieren zien, gekriebel voelen of tintelende gevoelens.

Van de deelnemers waren er 2.038 in de leeftijd van 14 tot 25 jaar die beide vragenlijsten hadden ingevuld, en waarvan 75% vrouw was. In de afgelopen maand had 62% van de deelnemers hallucinaties ervaren: 40% auditieve, 27% visuele en 28% tactiele hallucinaties. Vrouwen rapporteerden meer hallucinaties (65%) dan mannen (55%). Vrouwen voelden zich ook eenzamer dan mannen. Opmerkelijk was dat jongeren van 14-20 jaar meer hallucinaties hadden en zich eenzamer voelden dan de groep van 21-25 jaar.

Met betrekking tot de relatie tussen eenzaamheid en hallucinaties bleek dat eenzaamheid leidde tot een verhoging van het optreden van (auditieve, visuele en tactiele) hallucinaties, in een dosis-respons relatie: hoe eenzamer hoe meer hallucinaties. En, zoals verwacht, bleek eenzaamheid significant invloed te hebben op het optreden van sociale hallucinaties, zoals toename van stemmen horen, gelach horen, en je aangeraakt voelen, en geen invloed te hebben op non-sociale hallucinaties, zoals muziek horen, omgeving geluiden horen, dieren zien, of gekriebel voelen. Tegen de verwachting in, waren er geen effecten voor mensen zien noch voor aanwezigheid voelen, en eenzaamheid bleek geassocieerd aan een vermindering van tintelende gevoelens ervaren.

Al met al wijzen deze bevindingen op het belang van sociaal welzijn voor een gezonde ontwikkeling, ofwel op het belang van vroegdetectie en -preventie van sociaal isolement en eenzaamheid bij adolescenten en jongvolwassenen. Bij jongeren met psychotische ervaringen zou inzet op sociale cohesie mogelijk ook zinvol kunnen zijn voor die belevingen zelf.

Brederoo, S.G., Boer, J.N. de, Linszen, M.M.J., Blom, R.E., Begemann, M.J.H. & Sommer, I. (2023). Social Deafferentation and the relation between loneliness and hallucinations. Schizophrenia Bulletin, 49, S25-S32.
Artikel