In het artikel met de prikkelende titel “Is shame hallucinogenic?” moedigt Simon McCarthy-Jones ons aan om na te denken over de rol schaamte in het ontstaan van stemmen. Heb je zin in een out-of-the-box artikel over hallucinaties? En vind je het wel interessant als een wetenschapper durft te schrijven dat zijn voorstel “highly speculative is, yet may offer a fruitful new way to think about voice-hearing”?
We weten steeds meer over de cognitieve mechanismen die een rol spelen in het horen van stemmen en gebruiken dit ook volop -en met succes- in onze psychologische behandeling. Het blijft echter moeilijk om een vinger te leggen op de precieze relatie tussen stemmen horen en emoties. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat emoties een rol kunnen spelen in het ontstaan en in stand houden van het horen van stemmen en ook een belangrijke consequentie ervan zijn. In dit artikel focust Simon McCarthy-Jones op de rol van emoties, en dan meer specifiek schaamte, in het ontstaan van stemmen. Zijn hypothese is dat er een causale relatie bestaat tussen schaamte en auditief-verbale hallucinaties (stemmen), waarbij schaamte niet alleen een rol speelt in de inhoud van de stemmen maar ook in het ontstaan ervan. De auteur geeft aan dat er nog geen is specifiek onderzoek is gedaan naar deze hypothese en beschrijft dus alleen indirecte bevindingen die hem tot deze hypothese hebben gebracht. Hij is echter iemand die zelf ander onderzoek over stemmen gepubliceerd heeft.
Allereerst laat hij zien dat er vanuit historische en eigentijdse case-studies naar voren komt dat er een link is tussen de schaamtevolle inhoud van stemmen en eerdere schaamtevolle ervaringen. Hij noemt hierin -vanuit de praktijk herkenbare- voorbeelden van mensen die stemmen horen die hen uitmaken voor hoer of pedofiel en zijn gelinkt aan bepaalde seksuele fantasieën of ervaringen. Vervolgens duikt hij in de PTSS-literatuur en beschrijft hij hoe schaamte een mediërende rol kan spelen in de relatie tussen (seksueel) trauma en stemmen horen. Zo is schaamte geassocieerd met de ernst van PTSS-symptomatologie, medieert schaamte de behandeleffecten van psychologische interventies voor PTSS en zijn de stemmen vaak gelinkt aan traumatische gebeurtenissen waar men zich voor schaamt. Tenslotte probeert de auteur een antwoord te geven op de vraag welke mechanismen dan een rol zouden spelen in de relatie tussen schaamte en stemmen horen en hoe dit evolutionair verklaard zou kunnen worden. Dit is een interessant -en ook controversieel- onderdeel van dit artikel en vraagt teveel woorden om in deze samenvatting genuanceerd weer te geven. Hij komt in ieder geval uit op dissociatie, onderdrukking, hypervigilantie en rumineren als mogelijke mechanismen die de relatie tussen schaamte en stemmen horen kunnen verklaren.
Simon McCarthy-Jones moedigt ons aan om door te denken over zijn hypothese en er ook wetenschappelijk onderzoek naar te gaan doen. Hij maakt hierbij de kanttekening dat er een belangrijke uitdaging ligt in het meten van schaamte. Er is geen gouden standaard voor het meten van schaamte en het lijkt erop dat vragenlijsten schaamte alleen accuraat kunnen meten bij mensen met een hoog niveau van zelfbewustzijn, terwijl het juist vaak meer “verborgen” zou kunnen zijn en er dus meer impliciete of non-verbale meetinstrumenten gebruikt zouden moeten worden. Kortom: het is niet eenvoudig maar in ieder geval de moeite waard om eens over door te denken en praten.