Bij gebruik van antipsychotica is gewichtstoename een veel voorkomende bijwerking. Olanzapine is bijvoorbeeld een berucht middel. Deze gewichtstoename kan ernstig zijn.
Bij mensen met een psychotische kwetsbaarheid komt obesitas dan ook twee keer zo vaak voor als in de algemene populatie, met alle gevolgen voor de gezondheid van dien. Hoe beleven mensen met psychose dit, wat vinden ze ervan? En wat betekent dit voor goede zorg?
Er is een kwalitatief onderzoek gedaan naar hoe mensen met een psychotische kwetsbaarheid gewichtstoename ervaren en welke problemen ze daarbij tegenkomen. Daarnaast wil men onderzoeken welke aanbevelingen er kunnen worden gedaan met betrekking tot gewichtsbeheersing bij mensen met een psychotische kwetsbaarheid. Hiervoor is een semigestructureerd interview afgenomen. Een mooi aspect aan dit onderzoek is dat er voor de ontwikkeling van het interview gebruik is gemaakt van een adviesgroep van mensen die psychose hebben doorgemaakt. Deelnemers zijn doelgericht benaderd om een zo breed mogelijk spectrum van ervaringen met gewichtsveranderingen te kunnen garanderen. Uiteindelijk zijn er 10 patiënten geïnterviewd. Zij hadden allen een primair psychotische stoornis en werden behandeld in en rond Oxford.
Op basis van de interviews komt naar voren dat het samenspel tussen psychose en toename van gewicht door deelnemers werd beschreven als een proces. De onderzoekers hebben hier een model op gebaseerd met verschillende fasen. Er ontstond een heel helder, maar ook schrijnend beeld van wat mensen met psychose en gewichtstoename allemaal doormaken.
In de eerste fase komt naar voren dat gewichtstoename als gevolg van de bijwerkingen van antipsychotische medicatie zeer snel plaatsvindt. Mensen worden er echt door overvallen. Deelnemers gaven aan dat de psychose in eerste instantie zoveel aandacht opeiste dat het niet lukte om zich daarnaast ook nog bezig te houden met wat er met hun lichaam gebeurde. Toen de psychose wat naar de achtergrond ging beseften ze pas dat hun gewicht was toegenomen. Wat volgt is een fase waarin verlies centraal staat (stil komen te staan). Verlies van eigenwaarde, controle en het verlies van jezelf (het niet meer herkennen van jezelf met betrekking tot het veranderde lichaam).
Daarbij komen ook de beoordeling door anderen (fat shaming), stigma en psychotische ervaringen naar voren. Uiteindelijk wordt de strijd beschreven die deelnemers voerden met betrekking tot het terugkomen op het oude gewicht of het omgaan met het veranderde gewicht. Afvallen bleek voor de deelnemers een zeer moeizame weg vol hindernissen. Hierbij spelen psychotische ervaringen, zoals stemmen en achterdocht, een complicerende rol, want dit hing geregeld ook samen met de lichaamsbeleving. Het was hierdoor bijvoorbeeld moeilijker voor mensen om naar een sportschool te gaan. Daar kwamen de sedatieve effecten van medicatie bij, die leidden tot vermoeidheid en motivatieverlies. Psychose en overgewicht betekende voor de deelnemers aan het onderzoek dat ze te maken kregen met dubbel stigma. Deelnemers vertelden dat ze probeerden om verder te komen om hun gewicht te verbeteren, maar telkens weer terug vielen, wat samenging met frustratie en wanhoop.
Wat betreft interventies gericht op een gezonder gewicht gaven de deelnemers aan dat ze, terugkijkend, duidelijker en onomwonden informatie over gewichtstoename, toename van de eetlust en metabole effecten hadden gewenst toen medicatie werd voorgeschreven. Daarbij gaven deelnemers ook aan dat het niet mogelijk zou zijn geweest om eerder in het proces de focus naar de gewichtstoename te verleggen, omdat de het omgaan met hun psychose alle aandacht opeiste. Volgens de onderzoekers beperkt dit de mogelijkheden ten aanzien van preventieve interventies. Zij raden daarom aan om preventie te koppelen aan interventies die later plaats kunnen vinden.
Tot nu toe ligt de focus van de gedragstherapeutische behandeling van overgewicht op beperking van calorieën, het weghalen van stimuli die eetlust opwekken en verhoging van activiteiten. De onderzoekers pleiten echter voor een andere benadering die meer gericht is op psychologische gevolgen en processen. Dit betreffen herstel van eigenwaarde, zelfbeeld en zelfvertrouwen. Ook moet er meer aandacht komen voor depressie en psychotische symptomen die zijn gekoppeld aan het overgewicht en voor het dubbele stigma waar patiënten mee te maken krijgen.
De onderzoekers geven verder aan dat er sprake lijkt van een verband tussen overgewicht en psychotische symptomen. Zo noemen ze als voorbeeld negatieve stemmen die tegen patiënten zeggen dat andere mensen ze te dik vinden. Ook vanuit dit perspectief zou er dus meer aandacht moeten komen voor de psychologische behandeling van overgewicht bij mensen met een psychotische kwetsbaarheid.
De beperkingen van het onderzoek zitten in het gegeven dat de onderzochte populatie niet representatief was. Het betreft bijvoorbeeld een retrospectief oordeel, mensen zaten al lang niet meer in de fase waarin het gewicht snel en plotseling toenam. Verder kan er op basis van kwalitatief onderzoek geen causaliteit worden vastgesteld. Desondanks geeft het onderzoek een bruikbaar en relevant model, gebaseerd op de ervaringen van patiënten zelf. Hierop kan verder onderzoek naar oorzaken en behandeling worden gebaseerd.