Verminderde cognitieve vermogens komen veel voor bij psychose en gaan gepaard met slechter functioneren. Onduidelijk is hoe die routes van cognitieve achteruitgang lopen na een eerste psychose. Wordt de cognitie na een eerste psychose geleidelijk aan slechter? Of stabiliseren cognitieve disfuncties zich na enige tijd?
Een eerdere meta-analyse naar het beloop van cognitieve disfuncties in de eerste vijf jaar na een eerste psychose (Bora & Murray, 2014), vond geen bewijs dat cognitieve functies verder verslechteren. Géén ondersteuning dus voor het neurodegeneratieve model dat gekenmerkt wordt door actieve ziekteprogressie. Maar die analyse was mede gebaseerd op studies met een gevoeligheid voor behandel- en oefeneffecten in het eerste jaar na de eerste psychose. En ook waren hierin niet-longitudinale studies opgenomen.
Onderzoekers in Londen vonden het tijd worden voor een up-to-date analyse van uitsluitend longitudinale studies naar cognitief functioneren, d.w.z. studies naar veranderingen in de zogenaamde ‘kritische periode’ van 1-5 jaar na optreden van een eerste psychose, en waarbij patiënten vergeleken werden met gezonde controles. Voor het eerst werd hierin ook longitudinale data van sociale cognitie meegenomen.
25 Nuttige studies werden gevonden, met een totaal van 1.480 deelnemers met een eerste psychose (gemiddeld 24 jaar oud). In 13 studies kon een vergelijking worden gemaakt met gezonde controles (789 deelnemers, gemiddeld 25 jaar oud).
Vergeleken met de gezonde controles, had de patiëntengroep bij aanvang minder goede cognitie. Bij de patiëntengroep werden door de tijd kleine verbeteringen gezien in globale cognitie, vergelijkbaar met gezonde controles. Ook veranderingen in het sociaal cognitieve domein bleken niet te verschillen tussen patiënten en controles, behalve dat de laatste groep het vooraf al beter deden op alle taken. Over de subdomeinen van sociale cognitie (theory of mind, attributie tendens, sociale en emotionele perceptie) konden geen uitspraken worden gedaan, bij gebrek aan data.
Bij zowel patiënten als controles werden geen significante verbeteringen gezien voor constructie- en visuospatiële taken, visueel leren en geheugen. Verder werd, in lijn met de studie van Bora & Murray (2014), bij patiënten, vergeleken met controles, de minst duidelijke vooruitgang gezien in snelheid van informatieverwerking, werkgeheugen en verbale vloeiendheid, en de meest duidelijke vooruitgang in executief functioneren.
Er waren geen significante moderatoren, behalve voor werkgeheugen: mannen hadden daarin minder verbetering dan vrouwen. Verbetering van symptomen bleek geen verandering in globale cognitie te modereren, precies in lijn met ook eerdere studies.
Kortom, deze meta-analyse biedt opnieuw ondersteuning voor het volgende: als mensen met psychose cognitief achteruitgaan, dan treedt dit al op voorafgaande aan de eerste episode en blijft het daarna relatief stabiel. Er is geen bewijs voor voortgezette verslechtering noch voor verbetering van cognitieve functies na een eerste psychose. En dit is ongeacht of mensen daarna nog meerdere psychosen doormaken.
Watson, A.J., Harrison, L., Preti. A., Wykes, T. & Cella, M. (2022). Cognitive trajectories following onset of psychosis: A Meta-analysis. The British Journal of Psychiatry, Sep 23, 1-8.
Artikel
Bora, E. & Murray, R.M. (2014). Meta-analysis of cognitive deficits in ultra-high risk to psychosis and first-episode psychosis: do the cognitive deficits progress over, or after, the onset of psychosis? Schizophrenia Bulletin, 40(4), 744-55.
Artikel