Psychotische ervaringen, UHR, secundaire stress, beschermende factoren
Een onderzoeksartikel met de titel “Don’t worry, be happy” roept om gelezen te worden. Daarom hier een korte samenvatting van de resultaten en een aanmoediging om het originele artikel erbij te pakken. Als je nog niet overtuigd bent…het onderzoek heeft de legendarische naam “HowNutsAreTheDutch?”. Dan weet je dat het geen gortdroog en zwartgallig artikel kan zijn.
In het algemeen heeft 6 tot 7% van de mensen wel eens een of meerdere psychotische ervaringen gehad. Dit zijn ervaringen die niet gedeeld worden door anderen (je hoort bijvoorbeeld je naam roepen, terwijl niemand anders het hoort), waar je echter wel weer afstand van kan nemen. Bij een kleine groep mensen (7,4%) met dit soort ervaringen is sprake van een verhoogd risico op het ontwikkelen van een psychose. In het geval van een psychose spreken we niet meer van psychotische ervaringen, maar van psychotische symptomen. Het is dan veel moeilijker of onmogelijk om nog afstand te nemen van je veranderde waarneming.
Secundaire stress die gekoppeld is aan de psychotische ervaringen is een factor die het risico op het ontwikkelen van een psychose vergroot. Dit kan bijvoorbeeld angst of somberheid zijn. In dit artikel wordt onderzocht deze secundaire stress lager is bij aanwezigheid van beschermende factoren, waardoor het risico op het ontwikkelen van een psychose kleiner zou kunnen zijn.
De onderzoekers maakten onderscheid tussen drie typen psychotische ervaringen: bizarre ervaringen, waanideeën en afwijkingen in de waarneming. Als beschermende factoren onderscheiden ze:
- Een relatie
- Een huisdier
- Een optimistische houding
- Een positieve humorstijl
- Bepaalde helpende persoonlijkheidstrekken.
Data werd verzameld uit de onderzoekspopulatie van het onderzoek www.HoeGekIs.nl . Dit is een online platform om data te verzamelen over de geestelijke gezondheid binnen de algemene Nederlandse bevolking. 2870 Mensen die de CAPE-vragenlijst volledig hadden ingevuld konden meedoen in het onderzoek. Psychotische ervaringen en secundaire stress werd gemeten met de Community Assesment of Psychic Experiences (CAPE). Alleen de 20 items die positieve psychotische ervaringen meten zijn gebruikt voor het onderzoek. Bij de CAPE wordt ingevuld hoe vaak een psychotische ervaring voorkomt en hoeveel secundaire stress iemand daarbij ervaart. Om de beschermende factoren te meten werden demografische gegevens verzameld met betrekking tot het al dan niet hebben van een partner en/of een huisdier. Optimisme werd gemeten met de Life Orientation test -Revised (LOT-R). Positieve humor werd gemeten met de Humor Style Questionnaire (HSQ). De helpende persoonlijkheidseigenschappen werden gemeten met de NEO-FFI, een persoonlijkheidsvragenlijst. Hierbij werd gekeken naar de score op de schalen: exrtraversie, openheid, altruïsme, conscentieusheid en emotionele stabiliteit.
Resultaten:
Uit het onderzoek komt naar voren dat voor alle typen psychotische ervaringen geldt dat het vaker vóórkomen van de ervaringen gepaard gaat met meer secundaire stress. De frequentie van de afwijkende waarnemingen was te laag om verder te analyseren. Bij de waanideeën bleken het hebben van een relatie, optimisme, een gezonde humorstijl, exrtraversie, openstaan voor nieuwe ervaringen en emotionele stabiliteit de relatie tussen de psychotische ervaringen en secundaire stress te verzwakken. Bij de bizarre ervaringen werden geen resultaten gevonden die niet op toeval kunnen zijn gebaseerd.
Conclusies:
Uit het onderzoek komt naar voren dat het vaker hebben van psychotische ervaringen gepaard gaat met een hogere secundaire stress. Verder blijkt dat bij waanideeën een aantal van de beschermende factoren de secundaire stress verlaagt. Eigenlijk allemaal wel, behalve een huisdier hebben; dat hielp niet. Bij de andere twee typen psychotische ervaringen worden deze resultaten niet gevonden. Daarnaast zijn er in de onderzoeksgroep en procedure nog wel wat zaken die ervoor zorgen dat er nog geen duidelijke conclusies kunnen worden getrokken uit de resultaten.
Desondanks geeft het onderzoek een mooie aanzet tot meer onderzoek dat is gericht op het zoeken naar beschermende en positieve factoren die wellicht kunnen helpen om te voorkomen dat mensen een psychose ontwikkelen.