Mensen die ooit in hun leven een psychose krijgen, krijgen bijna altijd te maken met antipsychotische medicatie. Helaas is deze medicatie niet voor iedereen een succes; veel mensen hebben last van nare bijwerkingen of ervaren onvoldoende effect waardoor ze stoppen. Voor diegenen kan cognitieve gedragstherapie dan een effectief alternatief zijn. Maakt het dan uit hoe lang de behandeling duurt? En welke specifieke CGT interventies werken dan precies?
Het onderzoek is een vervolg op eerdere resultaten uit de ACTION studie (Assessment of Cognitive Therapy Instead of Neuroleptics, Morrison et al., 2014). Uit dit onderzoek bleek dat CGT bij mensen die geen antipsychotische medicatie gebruiken effectief is. De onderzoekers wilden in deze vervolgstudie onderzoeken wat het effect is van de hoeveelheid therapiesessies. Daarnaast wilden ze kijken wat het effect is van verschillende specifieke CGT interventies, zoals bijvoorbeeld cognitieve technieken of gedragstherapeutische technieken.
Deelnemers aan de studie waren tussen de 16 en 65 jaar en hadden ten minste zes maanden geen antipsychotische medicatie gebruikt, of hadden dit helemaal nooit gebruikt. Ten tijde van de studie hadden alle deelnemers nog last van psychotische klachten (klachten werden gemeten met de PANSS). Deelnemers werden gerandomiseerd over de treatment-as-usual groep (N=37) of de treamtent-as-usual + CGT groep (N=37). De CGT groep ontving maximaal 26 therapiesessies, inclusief 4 boostersessies. De therapeuten hielden bij welke specifieke interventies ze toepasten.
De duur van de behandeling blijkt van belang; elke extra CGT sessie verminderde de totale PANSS score met 0.6 punten. Geen van de specifieke CGT interventies bleek echter van significante waarde op het verminderen van de PANSS score. Wel werd gevonden dat als er een uitgebreide probleemformulering werd gemaakt in de eerste vier sessies dat de behandeluitkomst iets minder effectief was (hoewel dus niet significant). Aangezien de onderzoeksgroepen klein waren, en de bevindingen van de specifieke interventies in nog kleinere groepen werden gevonden, moeten de resultaten voorzichtig worden geïnterpreteerd. Ook zal het niet waarschijnlijk zijn dat elke toegevoegde sessie een even grote verbetering in klachten oplevert. Wel laat het zien dat de duur van de behandeling van invloed is op het behandelresultaat.
Morrison, A. P., Turkington, D., Pyle, M., Spencer, H., Brabban, A., Dunn, G., … & Grace, T. (2014). Cognitive therapy for people with schizophrenia spectrum disorders not taking antipsychotic drugs: a single-blind randomised controlled trial. The Lancet, 383(9926), 1395-1403.Artikel
Spencer, H. M., McMenamin, M., Emsley, R., Turkington, D., Dunn, G., Morrison, A. P., … & Dudley, R. (2018). Cognitive Behavioral Therapy for antipsychotic-free schizophrenia spectrum disorders: Does therapy dose influence outcome?. Schizophrenia Research. Artikel