De auteurs van dit artikel duiken in alle gevalsbeschrijvingen van mensen met een even intrigerend als triest syndroom: het syndroom van Capgras, ook wel de dubbelgangerswaan genoemd. Mensen die hieraan lijden herkennen mensen, dieren of voorwerpen wel, maar hun identiteit niet. Ze hebben dus het waanidee dat hun partner, familieleden of bekenden niet echt zijn wie ze zijn, maar vervangen zijn door dubbelgangers. Het syndroom is genoemd naar de Franse psychiater Jean Marie Joseph Capgras die de aandoening in 1923 voor het eerst beschreef. Het syndroom van Capgras komt voor bij zowel psychiatrische als neurologische stoornissen.
De auteurs van deze studie hebben alle Engelstalige gevalsbeschrijvingen op een rijtje gezet om de verschillen tussen dit verschijnsel bij mensen met een psychiatrische stoornis en een neurologische stoornis te onderzoeken. In totaal vonden ze 258 gevalsbeschrijvingen in 175 artikelen. De auteurs geven zelf al aan dat deze artikelen zeer heterogeen zijn met betrekking tot de kwaliteit, onderzoeksmethode en gerapporteerde bevindingen. Toch hebben ze geprobeerd een aantal globale conclusies te trekken die ons verder kunnen helpen in het begrijpen en behandelen van deze waan.
Ze concluderen dat het syndroom van Capgras binnen een brede range aan psychiatrische en neurologische stoornissen kan voorkomen. Binnen de psychiatrische stoornissen komt het syndroom het meest voor bij mensen met schizofrenie en binnen de neurologische stoornissen bij dementie. Afhankelijk van de onderliggende etiologie worden subtiele verschillen gevonden. Kortgezegd moet je een onderliggende neurologische stoornis vermoeden als de waan gericht is op een partner of levenloze objecten en er -naast de waan- sprake is van visuele hallucinaties. Je moet denken aan een psychiatrische stoornis als er sprake is van meerdere dubbelgangers, als de waan ook gericht is op vreemden en als er sprake is van andere wanen of auditieve hallucinaties. Verder geven de auteurs aan dat de meeste mensen die aan het syndroom van Capgras lijden – of het nu voorkomt binnen een psychiatrische of neurologische stoornis – goed reageren op behandeling met antipsychotica. De behandelaar wordt echter opgeroepen altijd zeer alert te zijn op mogelijk agressie en zelfs moord.
Dit laatste geeft stof tot nadenken en is voer voor psychologen en theoretici. Het risico op agressie is aanwezig en in een klein percentage van de gevallen loopt het voor de vermeende dubbelganger niet goed af. Maar…. het overgrote deel van de mensen die lijden aan het syndroom van Capgras leven vredig samen met de vermeende dubbelganger van hun partner of familielid. Hoe dan? En wat leert ons dat over wanen? Een andere interessante bevinding is het verschil met mensen die lijden aan prosopagnosie (oftewel het niet kunnen herkennen van gezichten). Interessant is dat er bij prosopagnosie eigenlijk precies het tegenovergestelde aan de hand is dan bij het syndroom van Capgras: mensen herkennen anderen niet maar vertonen wel een autonome (emotionele) reactie in de vorm van verhoogde huidgeleiding als zij een vertrouwd gezicht zien. Mensen met het syndroom van Capgras vertonen geen autonome reactie in de vorm van verhoogd huidgeleiding wanneer zijn een vertrouwd gezicht zien maar herkennen dat gezicht wel. Wat leert ons dat over de dubbelgangerswaan en kunnen we daar iets mee? Het lijkt erop dat het systeem dat een ‘vertrouwd gevoel’ genereert bij iemand die ons goed bekend is, niet goed functioneert bij het syndroom van Capgras. Je herkent de persoon verder wel, maar die ‘voelt’ niet meer vertrouwd.
Kortom…het syndroom van Capgras is fascinerend op zichzelf, maar leert ons vooral dat het brein een ongelofelijk complex en samenhangend systeem is. Als alles goed functioneert, is dat fantastisch maar als er een probleem ontstaat met een klein onderdeel van dat systeem kunnen er al grote problemen ontstaan.