Als we aan kruiden denken, denken we meestal aan lekker eten en koken. Dan denken we aan basilicum, munt en oregano, of aan kaneel, peterselie en nootmuskaat. Maar behalve voor de smaak, worden kruiden(preparaten) ook gebruikt voor vermeende gunstige effecten op de gezondheid. Het zijn immers ‘natuurlijke’ producten. Maar niet alles wat ‘natuurlijk’ is, is veilig. Er zijn kruiden die zeer giftig zijn en om die reden verboden zijn bij de wet. Over welke kruiden het hier gaat, welke (psychische) gezondheidsrisico’s ze met zich meebrengen, en wat dat allemaal met Vincent van Gogh heeft te maken…..
Weleens gehoord van duivelsoog? Of van zwarte mosterd, ganzevoet, braaknootboom, doornappel, bilzekruid, bitterzoet, moerasrozemarijn, wolfspoot, e.d.? Het zijn Nederlandse namen van kruiden die spreken tot de verbeelding en gewoon in de natuur voorkomen, maar die stuk voor stuk schadelijke stoffen bevatten. In tegenstelling tot de veiligheid van geneesmiddelen, wordt de veiligheid van kruiden(preparaten) niet getoetst voordat ze op de markt worden gebracht. Terwijl het Warenwetsbesluit Kruidenpreparaten (uit 2001) die veiligheid wel gebiedt. Het Ministerie van VWS heeft literatuuronderzoek laten uitvoeren naar 46 ‘verboden kruiden’ en heeft aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd de gezondheidsrisico’s van (nog niet eerder beoordeelde) kruiden te evalueren. Het RIVM vond voor slechts één kruid geen aanwijzingen voor schadelijke effecten die pleiten voor een verbod.
Men onderscheidde bij die beoordeling zes categorieën van stoffen die bij gebruik zouden kunnen leiden tot ernstige toxische effecten. Het betreffen kruiden die (1) hartglycosiden bevatten, of (2) tropane alkaloïden, (3) overige alkaloïden, (4) vermeende carcinogene en/of genotoxische componenten, of (5) thujon bevatten, of (6) tot de overige kruiden behoren.
De schadelijke gevolgen van inname van deze stoffen zijn zeer divers. Zo is de oleander een prachtige plant om te zien, maar in 15-20 gram verse oleanderbladeren zit een voor de mens dodelijke hoeveelheid oleandrine. Vroeger druppelden Italiaanse vrouwen sap van de wolfskers in hun ogen om de pupillen te verwijden en er aantrekkelijker uit te zien, vandaar de Latijnse naam Atropa belladonna. Maar in Zwitserland werden ernstige gevallen van wolfskers vergiftiging gerapporteerd (Atropa belladonna bevat tropane alkaloïden), zoals anticholinergsyndroom, psychose, en in twee gevallen coma. Ook het lieflijke lelietje-van-dalen bevat in alle plantendelen hartglycosiden, die acuut toxische en cardiotoxische eigenschappen bevatten. Reden voor het RIVM om te adviseren het verbod op 45 van de 46 beoordeelde kruiden te handhaven (RIVM, 2009).
Interessant in dit verband is dat Vincent van Gogh (1853-1890) leed aan een vorm van epilepsie en dat vingerhoedskruid (dat hartglycoside bevat) werd gebruikt in de behandeling. Bij vingerhoedskruid intoxicatie zijn visuele hallucinaties gerapporteerd waarin de kleur geel domineerde (Lee, 1981). Toen tegen het einde van zijn leven, in 1888, zowel de psychotische symptomen als de epilepsie bij Van Gogh meer manifest werden, werd ook de kleur geel in zijn schilderijen meer prominent (zie bijv. De Sterrennacht, 1989). Er is veel gespeculeerd hierover en er bestaan vermoedens dat de toxische werking van vingerhoedskruid niet alleen verantwoordelijk was voor de psychotische symptomen, maar ook voor de prominente gele kleur in de schilderijen van Van Gogh in de laatste twee jaar voorafgaande aan zijn suïcide (Lee, 1981). Onduidelijk blijft wat de omvang was van het gebruik van vingerhoedskruid in de behandeling van Van Gogh. Maar feit is dat in de enige twee portretten die Van Gogh van zijn laatste arts, Paul-Ferdinand Gachet, maakte, ook Digitalis purpurea (vingerhoedskruid) wordt afgebeeld.
Over de aard en oorzaken van Van Gogh’s psychische problemen en zijn suïcide is veel gespeculeerd. Er zouden meer dan 100 diagnoses zijn gesteld, waaronder ook pica, ofwel het compulsief consumeren van non-nutriënten (dingen die geen voeding zijn). In het geval van Van Gogh betrof dat loodhoudende verfstoffen en zou hij zijn gestorven aan loodvergiftiging (Cotton, 2011). Anderen beweren dat het misbruik van absint Van Gogh parten heeft gespeeld. Absint is een sterk alcoholische drank op basis van anijs en wormkruid. In de tijd van Van Gogh was het een zeer populair drankje. Wormkruid bevat echter thujon, een van de genoemde schadelijke stoffen. Al in de 19e eeuw werden door artsen gezondheidsproblemen beschreven als gevolg van het gebruik van absint, zoals verslaving, auditieve en visuele hallucinaties en delirium (Cotton, 2011). Thujon induceert overigens ook epilepsieachtige verschijnselen (RIVM, 2009). Hoe het ook zij, absint, vingerhoedskruid, en/of lood, het zal Van Gogh allemaal geen goed hebben gedaan.
Kortom, kruiderij hoort erbij, mits niet behorende tot de 45 door het RIVM beoordeelde ‘verboden kruiden’ die zijn opgenomen in het Warenwetsbesluit Kruidenpreparaten. Je kunt van sommige kruiden psychotisch worden.
Bovenkamp, M. Van de, Jeurissen, S.M.F., Pelgrom, S.M.G.J., Spijkerboer, H.N., Riel, A.J.H.P. van, Kaste, D. de,…Pronk, M.E.J. (2009). Beoordeling van de gezondheidsrisico’s van ‘verboden kruiden’. RIVM-rapport 320011002/2009, 1-167.
Lee, T.C. (1981). Van Gogh’s vision. Digitalis intoxication? JAMA, 245(7), 727-729. Artikel
Cotton, S. (2011). Vincent van Gogh, chemistry and absinthe. Education in chemistry, 75-79.