Hulp zoeken voor stemmen horen? De meesten doen het niet. Niet nodig. Welke factoren maken het dan wel nodig? Die vraag werd onderzocht aan de hand van het three-hit-model.
Het diathese-stress model (kwetsbaarheids-stressmodel) stelt dat psychische stoornissen voortkomen uit de combinatie van erfelijke aanleg/kwetsbaarheid en stress (nare gebeurtenissen; omgevingsfactoren; middelengebruik) die tezamen de draagkracht van een individu overschrijden. Er is veel bewijs dat dit model ook voor psychosen opgaat en in het bijzonder is er veel studie gedaan naar stemmenhoorders. De combinatie van blootstelling aan de drie factoren (three-hit-model):
- ‘H1-genetische/familiale kwetsbaarheid’
- ‘H2-nare ervaringen in de kindertijd tot 13 jaar’
- ‘H3-nare ervaringen van adolescenten/volwassenen vanaf 13 jaar’ vergroten de kans dat iemand hulp nodig heeft.
‘Nare ervaringen’ (H2 en H3) zijn in deze studie breed gedefinieerd: seksuele en niet-seksuele mishandeling, discriminatie, armoede/lage SES, en alleen in H3 ook nog middelenmisbruik. Van (meervoudige) trauma’s, cannabismisbruik, discriminatie en sociaaleconomische deprivatie in de kindertijd is aangetoond dat er een causale relatie bestaat met de psychosen en stem-hallucinaties van hulpzoekende mensen. Maar bij niet-hulpzoekende stemmenhoorders is er niet zoveel onderzoek gedaan en we kennen hun ‘hits’ niet zo goed als van de hulpzoekende groep.
We weten al lang dat niet alle stemmenhoorders hulp nodig hebben. De meesten eigenlijk niet.
Hoe zit dat? De combinatie van ‘aanleg’ en ‘nare kindertijdervaringen’ vergroten de kans op stemmenhoren, zoveel is bekend. Zijn het dan verschillen in H3 die het verschil maken tussen wel of geen hulp nodig hebben voor het stemmenhoren?
De onderzoekers van de onderhavige Engelse studie onderzochten verschillen tussen gezonde en hulpzoekende stemmenhoorders in ‘hits’ op H1-Erfelijkheid, H2-Kindertijd en H3-Adolescentie/Volwassenheid. De hypothese van de onderzoekers was dat verschillen in H3 het verschil uitmaakten tussen wel of geen hulp zoeken/krijgen voor actuele lijdenslast en problemen.
Van in totaal 57 hulpzoekende en 45 niet-hulpzoekende (> 5 jaar stemmenhoren zonder lijdenslast) stemmenhoorders werden gegevens vergaard.
Resultaten
- Steekproeven. De hulpzoekende groep bevatte significant meer niet-witte, mannelijke, werkeloze deelnemers dan de groep die het zonder hulp stelde.
- H1 – Erfelijkheid. De hulpzoekende individuen gaven significant vaker aan dat psychose in hun familie voorkwam (andere psychiatrische diagnosen verschilden niet significant).
- H2 – Kindertijd. Geen verschillen werden gevonden op blootstelling aan kindertijdstress van welke aard ook. ’n Behoorlijk onverwachte uitkomst.
- H3 – Adolescentie/volwassenheid. Hulpzoekenden hadden minder scholing gehad en ze gebruikten meer cannabis en andere middelen dan de niet hulpzoekende groep. Hulpzoekenden rapporteerden significant hogere actuele stress levels. Tegen de verwachting waren er geen significante verschillen op victimisatie-variabelen en discriminatie.
Voor deze studie was het niet erg dat de beide proefpersoongroepen onderling verschilden qua kenmerken: verschillen werden immers juist onderzocht. Maar het is vreemd dat dan niet in de discussie terugkomt dat gekleurde werkeloze mannelijke deelnemers flink oververtegenwoordigd zijn in de hulpzoekende groep. Wat betekent dat en welk effect heeft dat op de rest van de bevindingen?
Belangrijk is dat ondanks de uitvoerige assessment van trauma-exposure, de studie geen steun vindt voor een specifieke ‘victimisatie-route’ naar actuele stress en hulpbehoevendheid van stemmenhoorders. Dit lijkt overigens op eerdere bevindingen: trauma geeft een grotere kans dat je als volwassene stemmen gaat horen, maar niet automatisch dat dit ook omslaat in hulp nodig hebben.
Wat ze wel vinden: meer psychose in de familie, lagere opleiding/SES en meer middelengebruik gaat gepaard met een hoge actuele lijdenslast (stress) en dat maakt de kans op hulpbehoevendheid groter. Een kritische kanttekening moet bij de erfelijkheidsvraag worden geplaatst: een familiegeschiedenis van psychose is natuurlijk niet per se een indicatie van een grote mate van genetische aanleg; dit kan evenzogoed gerekend worden als omgevingsstress H2-Kindertijd.
Baumeister D, Ward T, Garety P, et al. Need for care, adversity exposure and perceived stress in clinical and healthy voice-hearers [published online ahead of print, 2020 Jul 20]. Psychol Med. 2020;1-7. doi:10.1017/S0033291720002433