In eerdere nieuwsbrieven berichtten wij al over een studie die aantoonde dat dissociatie een aanzienlijk deel van de relatie tussen jeugdtrauma en stemmen horen verklaart (Pilton et al., 2015) en over een studie die vond dat een onveilige hechtingstijl gerelateerd was aan overmatige achterdocht, maar niet aan stemmen horen (Wickham et al., 2015). Bevestiging van deze bevindingen was nodig concludeerden wij bij dit laatste bericht, welnu die bevestiging dient zich aan.
En deze bevestiging komt van de onderzoeksgroep die ook de hiervoor genoemde studies publiceerde, de groep rondom de in Engeland werkende Italiaanse onderzoeker Filippo Varese. In een nieuwe steekproef patiënten met psychosen keken ze dit keer naar de verschillende relaties tussen jeugdtrauma en stemmen horen en tussen jeugdtrauma en overmatige achterdocht. Daarbij namen zij dissociatie en hechtingsstijl mee als mogelijke mediatoren en corrigeerden ze bij de analyse over stemmen horen voor achterdocht en visa versa.
De 112 deelnemers met zelf-gerapporteerde psychose, werden online geworven en helaas vulde slechts 77 (68%) van deze deelnemers alle vragen van het onderzoek in. Bevindingen: een angstige hechtingstijl kwam het meeste voor, 49% van de deelnemers scoorde hier positief op, terwijl slechts 12% een veilige hechtingsstijl leek te hebben. Opvallend was dat afwijzende (18%) en gepreoccupeerde (13%) hechtingstijlen ook heel weinig voorkwamen en dat die geen relatie hadden met trauma, dissociatie, stemmen horen of overmatige achterdocht. De onderzoekers keken vervolgens dus alleen nog naar de relaties tussen trauma, angstige hechting, dissociatie, stemmen horen en overmatige achterdocht.
Jeugdtrauma voorspelde duidelijk het horen van stemmen (waarbij gecontroleerd werd voor de aanwezigheid van achterdocht) en die relatie werd sterk gemedieerd door dissociatie, maar niet door een angstige hechtingsstijl. Jeugdtrauma voorspelde ook sterk de aanwezigheid van overmatige achterdocht (gecorrigeerd voor de aanwezigheid van stemmen horen) en deze relatie werd gemedieerd door zowel dissociatie als een angstige hechtingsstijl.
Deze resultaten werpen weer meer licht op de psychologische manieren waarop jeugdtrauma kan leiden tot latere psychische problemen. Inmiddels is wel duidelijk dat dissociatie een erg belangrijke rol speelt in de relatie tussen trauma en stemmen horen, hoe precies is echter nog de vraag. Lastig daarbij is dat dissociatie een vrij breed begrip is met meerdere factoren, zoals gevoelens van onwerkelijkheid, tijd kwijt zijn en sterk opgaan in gedachten. Het is belangrijk deze processen beter te gaan begrijpen, want dat biedt handvatten voor preventie.
De bevestiging dat een angstige hechtingsstijl een deel van de relatie tussen jeugdtrauma en overmatige achterdocht verklaart, is in lijn met de bevindingen van een studie die we vorig jaar in de nieuwsbrief beschreven waarin men vond dat negatieve ideeën over anderen (wat centraal staat in een angstige hechtingsstijl) de relatie tussen trauma en achterdocht verklaarden (Hardy et al., 2016).
We moeten als behandelaren dus vooral door blijven gaan met het maken van individuele probleemformuleringen waarvan trauma al een standaard onderdeel uitmaakt, en waarin we dissociatieve ervaringen en hechtingsstijlen mee zouden kunnen nemen. Mogelijk is het ook zo dat de positieve effecten van traumabehandeling op symptomen van psychose voor een deel ook via deze zelfde processen verlopen. We blijven puzzelen.