We weten dat 9% van de Nederlandse 7 en 8-jarigen stemmen hoort. Dat 24% van die kinderen 5 jaar later nog steeds stemmen hoort. En dat 9% van de kinderen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar voor het eerst stemmen gaat horen. Maar wat gebeurt er daarna?

Kinderen stemmen kopie

Nederlandse onderzoekers zijn goed in het verzamelen van grote cohorten die lang opgevolgd worden. Deze Nederlandse collega’s hebben in 2002/2003 een groep jonge stemmenhoorders verzameld. Een deel van deze jongeren (n=293) hebben ze nu, 11 jaar na de eerste en 6 jaar na de tweede meting, voor de derde keer onderzocht op 18 of 19-jarige leeftijd.

Van de kinderen die stemmen hoorden op 12/13-jarige leeftijd, hoorde 18.2% die op 18/19-jarige leeftijd nog steeds. Van de groep die stemmen hoorde op 7 en 8 jaar, hoorde 6.2% die nu nog. Slechts 2.1% is in de afgelopen 6 jaar voor het eerst stemmen gaan horen. De 18/19-jarige jongeren die stemmen hoorden, verschilden niet van de niet-stemmen horende adolescenten wat betreft demografische eigenschappen, zoals geslacht, opleidingsniveau, het hebben van werk, of het hebben van een relatie. Cannabisgebruik was ook niet gerelateerd aan het horen van stemmen, maar trauma en het hebben van posttraumatische stress klachten wel. Daarnaast was stemmen horen geassocieerd aan het hebben van andere psychose-achtige ervaringen, depressieklachten, en angstklachten, maar niet aan stress.

Het feit dat deze jongeren zo lang opgevolgd zijn is natuurlijk prachtig. Een belangrijke beperking van deze studie is dat van de originele grote groep kinderen (3.870), er nu nog slechts 293 meededen aan het onderzoek. Dat beperkt de kracht van vooral de uitspraken over de factoren die wel of niet geassocieerd bleken aan stemmen horen (er waren nog maar 15 stemmen hoorders op 18/19-jarige leeftijd).

In totaal laten de studies van Agna Bartels-Velthuis en haar collega’s zien dat stemmen horen bij kinderen veel voorkomt en dat dit meestal van voorbijgaande aard is. Bij een sub-deel blijven deze ervaringen bestaan tot het einde van de adolescentie en dan gaat het vaak gepaard met veel andere psychische klachten. En vaak zijn de stemmen gerelateerd aan trauma. Ook in andere landen is dit gevonden. Voor de preventie van psychische klachten betekent dit dus dat het breed screenen in de algemene bevolking op stemmen horen weinig zin heeft. Het is beter om op stemmen horen te screenen bij mensen die zich reeds melden bij de GGZ voor andere klachten, omdat het wel een teken is dat er veel klachten zijn. Daarbij moet trauma en PTSS ook goed uitgevraagd worden. Daarnaast zou het goed zijn als stemmen horen meer genormaliseerd werd en er goede informatie beschikbaar kwam voor jongeren die stemmen horen. Gelukkig wordt hieraan gewerkt Eerderisbeter_onlineplatformjongeren

Bartels-Velthuis, A. A., Wigman, J. T., Jenner, J. A., Bruggeman, R., & van Os, J. (2016). Course of auditory vocal hallucinations in childhood: 11-year follow-up study. Acta Psychiatrica Scandinavica. doi:10.1111/acps.1257

Artikel