Overmatige achterdocht behoort tot de meest voorkomende psychose symptomen; meer dan de helft van de mensen met een psychotische stoornis heeft er last van. Er is zijn aanwijzingen dat bepaalde redeneerstijlen (zie het gedachten uitpluizen boek) een belangrijke rol spelen in het ontstaan en voorduren van overmatige achterdocht. Veel hoop was gevestigd op de Meta Cognitieve Training (MCT) die door Moritz en collegae werd ontwikkeld. De resultaten van de enige twee grote RCTs vielen echter erg tegen, zeker bij middelmatige tot ernstige achterdocht.
Engelse psychose experts borduurden voort op het werk van Moritz e.a. en ontwikkelden de korte individuele interventie Thinking Well die zich specifiek richt op redeneerstijlen die achtervolgingswanen in stand houden. Thinking Well combineert de Maudsley Reasoning Training Package (MRTP) met een paar sessies gerichte individuele cognitieve gedragstherapie (CGT). De MRTP is een korte begeleide interactieve computer interventie van 1 of 2 sessies die voorlichting geeft over redeneerstijlen en deelnemers traint in de toepassing van een aantal strategieën om deze redeneerstijlen op te merken en te verminderen. Aan bod komen: het vertragen en zoeken naar meer informatie, het genereren van alternatieve verklaringen voor ervaringen en bedenken hoe stemming en eerdere ervaringen het redeneren beïnvloeden. Het programma wordt afgesloten met een soort uitpluisformulier-op-maat om te helpen bij de vraag of er sprake zou kunnen zijn van een te snelle, onjuiste oordeelsvorming. In de Thinking Well interventie volgen op de MRTP nog vier sessies individuele CGT om aan een persoonlijk doel te werken dat gefrustreerd wordt door de aanwezige overmatige achterdocht.
In deze pilotstudie vergeleken de onderzoekers de Thinking Well interventie met standaardzorg in 31 mensen met een psychotische stoornis en stresserende achtervolgingswanen. Deelnemers die aan de interventie begonnen, maakten hem af. Over het algemeen gave de deelnemers aan dat de interventie goed bij hun problemen aansloot, resulteerde in positieve veranderingen in hun denken en stemming, en dat zij het geleerde konden gebruiken in hun dagelijks leven. De behandeling had een middelmatig tot groot effect op de belangrijkste uitkomstenmaten, te weten flexibiliteit van denken, mate van overtuiging en lijdensdruk als gevolg van de overmatige achterdocht. De effecten lijken beter dan wanneer alleen de MRTP wordt doorlopen.
Het is nog te vroeg om de vlag uit te hangen. Immers, bij follow up bleek een deel van het effect weer verdwenen. Ook kleven er diverse beperkingen aan het uitgevoerde onderzoek, zoals de wervingsprocedure en het feit dat de beoordelaars wisten of de deelnemer de interventie had gekregen. Maar de resultaten zijn hoopgevend genoeg om de interventie door te ontwikkelen. De onderzoekers zijn daar nu mee bezig en gaan een grote RCT uitvoeren.