Visuele hallucinaties komen veel voor bij mensen met neurodegeneratieve stoornissen zoals Parkinson (75%) en Lewy Body dementie (93%), en ook bij oogaandoeningen (60%). Bij psychose daarentegen komt dit ‘slechts’ bij een derde van de mensen voor. Voor stemmen horen geldt dan weer het tegenovergestelde, dit wordt het vaakst gerapporteerd bij psychose (64-80%). De reden waarom zowel stemmenhoren als beelden en visoenen zien aanwezig zijn in dergelijke aandoeningen, en toch tegengestelde prevalentie-verhoudingen laten zien, is nog onduidelijk en werd in deze studie nader onderzocht.
Visuele hallucinaties komen dus in vergelijking veel vaker voor bij neurodegeneratieve stoornissen dan bij psychotische stoornissen. Daarbij wees eerder onderzoek uit dat hallucineren regelmatig in meerdere modaliteiten tegelijk optreedt (bijvoorbeeld een overleden persoon zien die ook spreekt). Die heten multi-modal hallucinations (mmH).
De onderzoekers wilden mmH bij de neurodegeneratieve stoornissen, oogaandoeningen en psychose met visuele hallucinaties exploreren. Hoe vaak komt mmH voor in deze groepen? En hoe verhouden de mmH’s zich tot elkaar in tijd (serieel, parallel?) en qua inhoud (gerelateerde inhouden of losstaand?). Om deze vragen te beantwoorden zijn de volgende meetinstrumenten gebruikt: North East Visual Hallucinations Interview (NEVHI), de Mini Mental State Examination (MMSE), het executieve functioneren en verbale vloeiendheid met de FAS test, en nog wat testen voor bewegingsstoornissen en de Epworth Sleepiness scale (ESS).
176 visueel-hallucinerende proefpersonen (82 met een oogaandoening, 41 met Parkinson, 31 met Lewy Body dementie en 22 met een psychose) deden mee. 86.4% van de mensen met een psychose en visuele hallucinaties beleefden mmHs die in tijd en inhoud samenhingen met de visuele hallucinaties. Dat was bijna drie keer zo vaak als bij Lewy Body dementie (30.2%). Bij de andere aandoeningen kwam het nog veel minder voor. Bij een grotere samenhang tussen de hallucinaties in de verschillende modaliteiten ervoeren mensen hun hallucinaties ook als meer echt.
Samenvattend beleven veel mensen met neurodegeneratieve stoornissen visuele hallucinaties, maar is er niet vaak sprake van een mmH. In de psychose groep komen visuele hallucinaties veel minder vaak voor, maar als die wel aanwezig zijn gaat het bijna altijd om een mmH groep. Terwijl stemmenhoorders in de psychosegroep vaak geen bijkomende hallucinaties ervaren. Dit werpt nieuwe vragen op: Zijn er dan verschillende processen werkzaam? Een unimodaal proces, afhankelijk van de modaliteit, en een multi-modaal proces? Heeft de mmH-groep een algemene hallucinatie-kwetsbaarheid? Zoals we uit de klinische praktijk weten, hebben visuele hallucinaties veel impact doordat ze vaak ernstiger en complexer zijn (en dus ook vaker samengaan met bijvoorbeeld stemmen horen), en slechter behandeld kunnen worden. Verder onderzoek is daarom van belang.