De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen traumatische gebeurtenissen in de kindertijd en psychose. Nu het bestaand van deze relatie duidelijk is aangetoond, focussen studies de laatste jaren meer op de aard van die relatie. Bijvoorbeeld hoe trauma in de kindertijd zich verhoudt tot specifieke kenmerken van psychose. Zo is er bijvoorbeeld enig bewijs dat seksueel misbruik vooral leidt tot hallucinaties, waarschijnlijk via een proces van dissociatie. Maar hoe zit het bijvoorbeeld met trauma in de kindertijd en negatieve symptomen?
Recent is er een aantal studies gepubliceerd die keken naar traumatische gebeurtenissen in de kindertijd en specifieke psychotische symptomen. De meeste studies waren echter klein van opzet, of de studies waren methodologisch niet sterk. Om toch wat meer te kunnen zeggen over de relatie van trauma en specifieke psychotische symptomen kan het helpen om dan alle beschikbare studies samen te onderzoeken in een meta-analyse. Dat is wat de onderzoekers in deze studie gedaan hebben.
In totaal werden er 6667 studies gevonden, waarvan er 41 voldeden aan de inclusie criteria. Hiervan werden er uiteindelijk 29 studies meegenomen in de meta-analyse. Zoals verwacht bleek dat trauma in de kindertijd geassocieerd was met meer en ernstigere hallucinaties en wanen bij mensen met een psychotische stoornis. Hallucinaties bleken samen te hangen met de optelsom van trauma’s, alsook specifiek met seksueel misbruik en verwaarlozing in de kindertijd. Wanen bleken vooral geassocieerd aan seksueel misbruik, en niet aan verwaarlozing. De relatie tussen trauma in de kindertijd en wanen bleek bovendien minder robuust te zijn dan de relatie met hallucinaties. Met betrekking tot negatieve symptomen bleek er een relatie met verwaarlozing in de kindertijd, hoewel weinig studies hiernaar gekeken hadden.
Hoewel er nog veel onduidelijk is, laat deze studie zien dat er verschillende paden lijken te zijn tussen traumatische gebeurtenissen in de kindertijd en psychotische symptomen. De verschillende paden wijzen op dat er bepaalde mechanismen ten grondslag liggen aan het ontwikkelen van specifieke symptomen. Denk aan intrusieve belevingen, verstoorde zelf-ervaring en dissociatie, verstoorde dopamine-huishouding, selectieve aandacht voor gevaar, sociale terugtrekking, middelengebruik, en negatieve zelf- en ander-schema’s.