Cognitieve gedragstherapie bij stemmen richt zich niet op het verminderen van de stemmen, maar op het verminderen van de negatieve betekenisgeving en het doorbreken van onhandig gedrag in reactie op de stemmen (zoals proberen de stemmen te onderdrukken). Is dat inderdaad een goede manier om de lijdensdruk te verminderen?
Er is al onderzoek gedaan naar de invloed van betekenisgeving op lijdensdruk bij stemmen, maar nog weinig naar de invloed van experiëntiële vermijding. Betekenisgeving aan stemmen heeft zowel in de algemene bevolking als bij mensen met een psychotische stoornis een belangrijke relatie met lijdensdruk. Mensen die een negatieve betekenis geven aan de stemmen die ze horen (‘ze hebben het slecht met me voor’, ‘ze zijn machtig’, ‘ik kan ze niet controleren’), ervaren meer lijdensdruk. Vrij logisch. Experiëntiële vermijding is de neiging om interne belevingen (‘experiences’, zoals gedachten, emoties, etc.) weg te drukken (vermijden), omdat ze slecht verdragen worden. Mensen die dit meer doen hebben een grotere kans om stemmen te horen. Maar het is niet bekend of ze vervolgens ook meer lijdensdruk ervaren bij stemmen.
In deze studie onderzocht men of negatieve betekenisgeving en experiëntiële vermijding onafhankelijk van elkaar invloed hebben op lijdensdruk bij stemmen. En in hoeverre deze factoren invloed hadden op de frequentie/duur van de stemmen. Dit werd bij 101 mensen gemeten.
De frequentie/duur van de stemmen en lijdensdruk hingen significant samen. Datzelfde gold voor negatieve betekenisgeving en experiëntiële vermijding. Wanneer de onderzoekers voor die overlap corrigeerden bleken zowel betekenisgeving als experiëntiële vermijding geen unieke relatie met frequentie/duur van de stemmen te hebben (dus na correctie voor lijdensdruk). Beide factoren bleken echter wel, onafhankelijk van elkaar, gerelateerd te zijn aan lijdensdruk bij de stemmen (na correctie voor frequentie/duur).
Opvallend aan deze studie is dat frequentie/duur van de stemmen een sterkere relatie met lijdensdruk had dan betekenisgeving. Dit is in strijd met verschillende studies, meer onderzoek op dat gebied is dus gewenst. Ook viel op dat ideeën over controleverlies minder relatie met lijdensdruk hadden – na correctie voor de andere factoren – dan andere negatieve opvattingen over stemmen. Dat is in strijd met veel andere studies. Wellicht komt dit omdat controleverlies een vrij sterke relatie had met experiëntiële vermijding in deze studie en daarom vrij weinig unieke bijdrage aan lijdensdruk had nadat voor experiëntiële vermijding was gecorrigeerd.
Experiëntiële vermijding niet altijd handig
Als cognitief gedragstherapeut moet u zich vooral bevestigd zien in uw werkzaamheden met stemmenhoorders. Om lijdensdruk te verminderen heeft het nut om negatieve betekenisgeving te verminderen en disfunctionele reacties op de stemmen, zoals proberen ze weg te drukken, te verminderen. Dapper voorwaarts dus.