Tijdens een acute opname met twee uur CGT de strijd aangaan met het zelfstigma van mensen met een psychose? Dat is de uitdaging die Lisa Wood is aangegaan en waar ze verslag van doet in dit artikel.
Zelfstigma is een veelvoorkomend en groot probleem bij mensen met een psychose. Onderzoek laat zien dat ongeveer de helft van de mensen met een psychose lijdt onder zelfstigma. En het is gerelateerd aan meer klachten, minder herstel, laag zelfbeeld, meer sociale isolatie en verminderde toegang tot zorg (vanwege terughoudendheid om open te zijn over de klachten).
Wat is zelfstigma eigenlijk? Als in de literatuur over zelfstigma wordt gesproken dan noemt men dat geïnternaliseerd stigma en wordt het gedefinieerd als de negatieve gedachten en oordelen die mensen metpsychische klachten hebben over zichzelf. Of kort gezegd: ze geloven dat de vooroordelen die bestaan over mensen met de klachten die ze hebben, ook voor henzelf waar zijn. Geïnternaliseerd stigma vormt samen met ervaren stigma (discriminatie die je hebt ervaren als gevolg van je psychiatrische diagnose) en geanticipeerd stigma (zorgen die je je maakt over mogelijke vooroordelen en discriminatie in de toekomst als gevolg van je psychiatrische diagnose) het begrip persoonlijk stigma.
In dit onderzoek worden twee verschillende interventies tegen persoonlijk stigma onderzocht: twee uur psycho-educatie over persoonlijk stigma (PE) en twee uur cognitieve gedragstherapie gericht op persoonlijk stigma (CGT). Deze interventies zijn bewust zo kort gehouden omdat ze werden toegepast op een acute opnameafdeling waar mensen maar kort opgenomen zijn. De onderzoekers wilden weten of het uitvoeren van de interventies haalbaar en effectief is in deze setting. De PE bestaat uit vier modules gericht op PE over psychose, stigma, myth-busten van stereotypes en omgaan met stigma. In de 1 of 2 CGT-sessies wordt een probleemformulering gemaakt van iemand’s persoonlijk stigma op basis van ervaringen met stigmatisering (ervaren stigma), gedachten en emoties rondom mogelijke stigmatisering in de toekomst (geanticipeerd stigma) en geïnternaliseerd stigma. Vervolgens wordt er een (klein) doel geformuleerd en wordt er een passende CGT-interventie ingezet of voorgesteld. Voorbeelden van interventies zijn normaliseren, gedragsexperimenten en het aanleren van vaardigheden.
De eerste vraag van de onderzoekers is positief beantwoord. Het bleek inderdaad mogelijk om deze interventies uit te voeren in een acute opname setting en mensen te motiveren voor deelname. Beide interventies werden aangeboden aan 15 patiënten. Er werden echter geen statistisch significante effecten gevonden van de interventies op de mate van zelfstigma, zelfbeeld, depressieve klachten over ervaren herstel. Dit is niet verwonderlijk gezien de opzet van de interventie (heel beperkt in tijd, geen follow-up, in acute fase van psychose), de beperkte grootte van de onderzoeksgroep en de hardnekkigheid van zelfstigmatisering.
Toch roepen de onderzoekers op om ook tijdens een acute opname met psychotische symptomen aan de slag te gaan met het tegengaan van zelfstigmatisering. Wil je meer weten? In Nederland doet Samen Sterk Zonder Stigma heel veel goed werk op dit vlak. Check https://www.samensterkzonderstigma.nl
Wood L, Byrne R, Enache G, Morrison AP (2018). A brief cognitive therapy intervention for internalized stigma in acute inpatients who experience psychosis: a feasibility randomized controlled trial. Psychiatry Res, Epub.