Door Helga Isisng
In Nederland komt vroegdetectie en behandeling van mensen met een ultrahoog psychose-risico-profiel (UHR) steeds meer van de grond. Er zijn inmiddels al zo’n 41 Early Detection and Intervention (EDI) teams in 17 instellingen die zich hiermee bezighouden. Maar wat is eigenlijk de stand van zaken in Engeland? Worstelen ze met dezelfde organisatorische en financiële uitdagingen? En wat kunnen we misschien van ze leren?
Nationale en internationale richtlijnen onderschrijven het belang om EDI-zorg op te nemen in de routinezorg. In Nederland wordt de preventieve CGt-behandeling add-on gegeven. EDI-behandelaren sluiten aan bij de reguliere behandelaren om naast de aanmeldklachten UHR vast te stellen en te behandelen om een psychose te voorkomen. Soms zijn EDI-teams onderdeel van vroege psychose (VIP) teams of FACT (Flexible Assertive Community)-teams. Soms zijn het op zichzelf staande teams. In de praktijk komen de instellingen veel implementatieproblemen tegen, bijvoorbeeld: te weinig draagvlak en motivatie, personele problemen, of beperkte reikwijdte.
De auteurs van het onderhevige artikel hebben de implementatie en borging van EDI-teams in Engeland geëvalueerd. Alle 107 Engelse EDI teams zijn benaderd om mee te doen aan een enquête. Uiteindelijk hebben 24 teams uit 19 verschillende Engelse steden de vragen beantwoord. Van deze teams was het grootste deel (83.3%) onderdeel van een ander team (meestal VIP) en de rest (16.7%) was een standalone service. Opvallend was dat in het EDI verzorgingsgebied vaker sprake was van armoede (66.7%), ook was er in ongeveer 50% van de gevallen sprake van overmatig middelengebruik, misdaad en geweld en cliënten met een etnische-culturele minderheidsachtergrond. Alle 21 teams bij elkaar hadden 693 UHR cliënten gedetecteerd (de gemiddelde leeftijd was 33 jaar). De meeste teams (56,5%) accepteerden personen van 14–35 jaar (ook gebruikelijk in Nederland). In de meeste gevallen werd de CAARMS afgenomen om het ultrahoog risicoprofiel vast te stellen (vergelijkbaar met Nederland). Echter, slechts 65% van de UHR-cliënten kreeg behandeling. In Nederland wordt mogelijk zelfs minder dan de helft van de UHR-cliënten behandeld (Duijnhower et al., 2022). Waar UHR-cliënten in Engeland ‘geworven worden’ is de gewoonte in Nederland om aan de voordeur van de ggz te screenen op UHR en de hoogscoorders het CAARMS-interview aan te bieden. De screenings-methode is kosteneffectief en aanbevolen in de richtlijnen. In potentie zou de screening een grote reikwijdte kunnen hebben, maar komt door implementatieproblemen ook niet bij alle instellingen goed van de grond (Duijnhouwer et al., 2022). De voornaamste uitdagingen in Engeland lagen op het gebied van werving van gespecialiseerde professionals, budgetproblemen en weinig scholingsmogelijkheden. Dit zijn ook herkenbare perikelen in Nederland (Duijnhower et al, 2022).
Een opvallende en interessante bevinding was wel dat ‘stand alone’ teams minder tegen implementatie problemen aanliepen. Ook hadden ze vaak grotere caseloads. Dit had ermee te maken dat de geïntegreerde teams vaak gekoppeld waren aan een VIP team waarbij de meeste zorg dan uitging naar de eerste episodes. Echter op gebied van CGT voor UHR behandeling deden de stand alone teams het ook niet veel beter. Wel was er vaak meer ruimte voor klinisch onderzoek. In Nederland zijn er ook enkele teams die zelfstandig opereren. Een voordeel kan focus zijn. Een nadeel monotoon werk voor de werknemers. We weten nog niet wat beter werkt.
Tenslotte geven de auteurs ons tien EDI-implementatie aanbevelingen, deze zijn na te lezen in een supplementaire tabel (tabel 5: ) en komen grotendeels overeen met de implementatie bevorderende en belemmerende factoren uit het artikel van Duijnhower et al. (2022) over de EDI-implementatie bij GGZ OostBrabant. Het is een schrale troost dat er ook in andere landen met implementatieproblemen geworsteld wordt. Wel fijn is dat er steeds meer literatuur over verschijnt waarbij valkuilen en problemen beschreven worden. Toekomstige EDI-teams kunnen hier op anticiperen waardoor er hopelijk nog meer goed geborgde EDI-teams bijkomen. Zeg het voort!
Estradé, A., Spencer, T.J., De Micheli, A., Murguia-Asensio, S., Provenzani, U., McGuire, P. & Fusar-Poli, P. (2023). Mapping the implementation and challenges of clinical services for psychosis prevention in England. Brief Research Report. Artikel
Referentie: Duijnhouwer, Seelen-de Lang, Janssen & de Bont (2022). Implementatie en borging van vroegdetectie en interventie in de psychosezorg. Goed gestart is half behandeld. De Psycholoog Artikel
eTable 5. Ten recommendations for real-world implementation of CHR-P servicesa
Service configuration | |
1 | Prioritise a stand-alone community service model as the preferable option for maximum efficacy and efficiency. |
2 | Take advantage of available guidelines developed by more experiences services when developing a business plan. |
Detection of at-risk individuals | |
3 | Identify, contact, and establish close collaborative relationships with key local stakeholders for the identification and referral of individuals in need of specialised assessment and care. |
4 | Prioritise healthcare agents as key partners to maximise levels of pre-test psychosis risk (risk enrichment) among individuals referred to the clinical service. |
Prognostic assessments | |
5 | Monitor service performance through the systematic collection of key outcomes. |
6 | Prioritise the 14-35 age range, the period of highest psychosis risk, for maximum impact and resource efficiency. |
Clinical care | |
7 | Clinical care and monitoring should extend to a recommended minimum of 3 years to cover the period of increased transition risk, and risk of other severe real-world outcomes. |
8 | Titrate interventions based on individual risk profiles (i.e. CHR-P clinical subgroupsb, symptoms severity, and functional impairment) and individual preferences. |
Clinical research | |
9 | Facilitate research in emerging CHR-P services through the creation or expansion of regional networks. |
10 | Harmonise clinical outcome measures across CHR-P services to improve quality of research. |
aAdapted from our previous publication: Salazar de Pablo G, Estradé A, Cutroni M, Andlauer O, Fusar-Poli P. Establishing a clinical service to prevent psychosis: what, how and when? Systematic review. Transl Psychiatry. 2021;11(1):43. DOI: 10.1038/s41398-020-01165-x. bCHR-P subgroups transition risk profile BLIPS > APS > GRD.