“Soms weet ik het zeker, dit kan geen toeval zijn!”
Wat is het?
Wat wij toeval noemen is een gebeurtenis die vooraf niet te voorzien of te berekenen is geweest. Het is een samenloop van omstandigheden die onverwacht is, zoals iemand ‘bij toeval tegen het lijf lopen’ of ‘bij toeval hier terecht komen’.
Soms gebeuren er dingen die wel heel toevallig zijn, bijvoorbeeld een oude jeugdvriend die je na jaren opbelt, terwijl je net naar een oude foto van hem zit te kijken.
Veel mensen geloven dat situaties zich niet toevallig voor doen. Dat er een diepere betekenis schuil gaat achter de situatie. Toeval bestaat niet zeggen ze.
Er zijn veel wetenschappers en grote denkers die hebben nagedacht over toeval.
In de kansberekening en statistiek speelt toeval een belangrijke rol. Met statistiek kan worden berekend hoe groot de kans is dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden. Vaak schatten we de kans dat twee verschillende gebeurtenissen tegelijk tijdig optreden veel lager in dan deze kans daadwerkelijk is.
Wat weten we ervan?
Belangrijk is het ons te realiseren dat ons geheugen niet werkt als een video camera. Waarschijnlijk heb je ook al eerder naar de foto’s van vroeger gekeken, zonder dat je jeugdvriend je opbelde. Deze ervaringen zijn echter niet bijzonder en worden snel weer vergeten.
Het is helemaal niet gek dat als er twee dingen tegelijkertijd of vlak na elkaar gebeuren, we deze snel met elkaar in verband brengen. Dit is namelijk ook hoe we nieuwe informatie leren. Als je iets eet en daarna ziek wordt, is het geen gekke gedachte om te bedenken dat het eten je wellicht ziek heeft gemaakt en je dit volgende keer beter kunt laten staan.
Naarmate je ouder wordt, gaan we geleerde verbanden soms ook weer ontleren. We gaan nuances aanbrengen, bijvoorbeeld dat niet alle noten ons ziek maken, maar alleen pinda’s. De covariatie-tendens is onze natuurlijke neiging om overmatig oorzakelijkheid te zien
Dit wil zeggen dat als er twee dingen tegelijk tijdig plaats vinden we geneigd zijn te denken dat ze door elkaar veroorzaakt worden, terwijl dit niet het geval hoeft te zijn.
Een voorbeeld van deze covariatie-bias zie bijvoorbeeld bij sporters. Twee keer winnen met dezelfde onderbroek en de sporter ziet zijn onderbroek als een geluksbrenger. Tegelijk-tijdigheid wordt hier verwart met oorzakelijkheid.
Naast de covariatie-bias speelt ook mee dat we bij bijzondere ervaringen snel op zoek gaan naar een verklaring. Uit onderzoek is gebleken dat we liever kiezen voor een onwaarschijnlijke verklaring dan het hebben van geen verklaring. Dit zoeken naar verklaringen neemt toe als we onzeker zijn of angstig.
Wat kun je eraan doen?
Houd in gedachten dat er soms logische verklaringen zijn voor een gebeurtenis die we over het hoofd zien. Kies niet gelijk een magische verklaring als je niet weet hoe het zit.
Bedenk dat er altijd een kans bestaat dat dingen zullen optreden die onverwacht zijn.
Breng dingen niet gelijk met elkaar in verband, er kunnen andere verklaringen zijn.
Wanneer je merkt dat er te veel toevalligheden zijn in je leven en je hier angstig van wordt kan het helpen om het met een vertrouwde bekende te bespreken. En vraag hem eens of hij/zij wel eens toevalligheden meemaakt. Wat is zijn verklaring hiervoor?